Hosea 10:7

27) Samaria is afgehouwen,

Of, aangaande Samaria, hun koning is afgehouwen, afgesneden, uitgeroeid, of vergaan; dat is, zal zekerlijk uitgeroeid worden. Zie 2 Kon. 17:4, en onder Hos. 10:15.

2Ki 17.4 Ho 10.15

28) schuim op het water.

Dat in het bruisen en zieden der wateren zich opdoet en verheft, alsof het iets ware, zijnde toch nietig en haast verdwijnende; alzo zal de koning met al zijn pracht en hoogmoed vergaan, en zeer veil en verachtelijk in gevangenschap worden weggestoken, alsof hij voor de ogen van zijn volk, gelijk een schuim, verdwenen was, en meteen het vertrouwen, dat Samaria op hunnen koning had.

Hosea 10:15

63) Bethel ulieden gedaan,

Dat is, al die gruwelijke afgoderij met andere zonden, te Bethel, of Bethaven [gelijk boven Hos. 10:5, of Aven, Hos. 10:8] bedreven, zijn de oorzaak van deze uwe plagen.

Ho 10.5,8

64) boosheid uwer boosheid;

Dat is, omdat uwe boosheid zo veelvoudig en verschrikkelijk groot is.

65) koning

Op wien zij vertrouwen; zie boven Hos. 10:7, en de aantekening.

Ho 10.7

66) dageraad

Dat is, vroeg, of haastiglijk, gelijk de dageraad of morgenrood met het rijzen van de zon vergaat, of onvoorziens, gelijk wanneer iemand in den morgenstond overvallen wordt; dit kan men ook vergelijken met Ezech. 7:7,10; zie de aantekening aldaar.

Eze 7.7,10

67) ten enenmale uitgeroeid.

Hebreeuws, uitgeroeid, of afgehouwen, afgesneden wordende, is hij uitgeroeid, enz. dat is, zal zekerlijk, enz.

Copyright information for DutKant