Isaiah 5:19

75) zeggen:

Te weten al spottende. Alsof zij zeiden: Men dreigt ons elke reis, maar daar volgt niets op. Is het God ernst, zo laat Hem spoeden, enz.; wij vragen naar uwe dreigementen niet, laat God vrij komen als Hij wil. Aldus bespottende de lankmoedigheid des Heeren; zie boven Jes. 5:12.

Isa 5.12

76) Zijn werk

Dat is, zijne straffen, waarmede gij ons zo dikwijls dreigt.

77) den raadslag

Of, den raad; dat is, hetgeen Hij in zijnen raad besloten heeft.

78) des Heiligen

Dat is, van God den Heere, die daar is die Heilige, die men schuldig is te eren en te vrezen. Zie boven Jes. 1:4.

Isa 1.4

79) dat wij [het]

Alsof zij zeiden: Gij, Jesaja en andere profeten, vervaart ons met ijdele dreigementen; doch God heeft tegen ons niets kwaads voor.

80) vernemen!

Of, wijs worden, of weten mogen.

Jeremiah 17:15

59) zeggen tot mij:

Spottende met uwe dreigementen en uwe lankmoedigheid in het uitstellen der straf. Vergelijk Jes. 5:19; Ezech. 12:22,23,25,27,28; 2 Petr. 3:4.

Isa 5.19 Eze 12.22,23,25,27,28 2Pe 3.4

Amos 6:3

12) bozen dag

Den nakenden tijd der straf Gods, waarvan in Amos 5:18,19,20. Versta hierop, wee u, uit het voorgaande.

Am 5.18,19,20

13) verre stelt,

Als hebbende, •f gans niet •f immers bij uwen tijd, daarvoor niet te vrezen. Verg. Ezech. 12:22, en in Amos 9:10; ja gij houdt de redenen van des Heeren dag als een onrein, afschuwelijk en vervoeilijk ding; waarop het Hebr. woord schijnt te zien.

Eze 12.22 Am 9.10

14) nabij brengt.

Alsof God zeide: Is dat niet een grote dwaasheid, dat gij op de rechterstoelen uwe goddeloosheid pleegt, zulks dat allerlei onrecht nabij u, ja onder en in u is en u aankleeft, en dat gij u evenwel wijsmaakt dat de straffen verre zijn, of uitblijven zullen?

Copyright information for DutKant