Isaiah 53:4-6

20) Waarlijk,

Of, nochtans, alsof hij zeide: Maar, om de waarheid te zeggen, wij hebben Hem ongelijk gedaan, en wij steken in groot misverstand; want aldus is de Messias onzenthalve gesteld: Hij heeft al onze geestelijke ziekten, dat is zonden, op zich genomen, om voor dezelve te betalen, waarvan de lichamelijke gezondmaking ene afbeelding was; Matth. 8:17.

Mt 8.17

21) op Zich genomen,

Als borg betalende de schuld, die wij gemaakt hadden.

22) gedragen;

Of, op zich geladen en als een zwaren last gedragen.

23) wij achtten Hem,

Te weten wij Joden, stekende in groot misverstand en oordelende naar ons verkeerd oordeel, zo menen wij dat Hij dit alles leed omdat Hij het met zijn eigen zonden en overtredingen verdiend had; maar het is daarmede veel anders gelegen, gelijk Jes. 53:5 gezegd wordt. Hebreeuws, wij achtten Hem een geplaagde, geslagene Gods en verdrukte.

Isa 53.5

24) geslagen en verdrukt was.

Of, geraakt was; zie Job 19:21.

Job 19.21
25) de straf,

Hebreeuws, de straf van onzen vrede; dat is, hij werd gestraft opdat wij door Hem volkomen vrede krijgen zouden bij God, die met ons ontevreden was vanwege onze zonden. Versta hierbij: en de kastijding is op Hem blijven liggen totdat Hij volkomenlijk voor ons betaald had.

26) is ons genezing geworden.

Zodat wij van zonde en straf bevrijd zijn.

27) Wij dwaalden

Dat is, wij zijn allen afgedwaald van den weg, dien ons God in zijne wet heeft voorgeschreven om daarin te wandelen.

28) naar zijn weg;

Niet naar den weg, dien de HEERE ons had voorgeschreven; maar wandelende op den weg, dien zich een ieder verkoren had; zie 1 Petr. 2:25.

1Pe 2.25

29) op Hem doen aanlopen.

Of, Hem doen ontmoeten; of Hij, te weten de Vader, dreef op Hem, te weten Christus, ons aller ongerechtigheid, dewijl Hij zich in onze plaats vrijwillig tot borg gesteld had.

Luke 22:44

52) zwaren strijd zijnde,

Of, groten angst, benauwdheid; en wordt eigenlijk gezegd van de bangheid, die iemand heeft eer de strijd aangaat, welke hier in Christus geweest is, niet zozeer vanwege den aanstaanden lichamelijken dood, maar vanwege den last des toorns Gods tegen de zonden der mensen, die Hij droeg, Gal. 3:13; Hebr. 5:7,8,9.

Ga 3.13 Heb 5.7,8,9

53) grote droppelen bloeds,

Het Griekse woord betekent eigenlijk droppelen van geronnen bloed; maar wordt ook genomen voor grote dikke droppelen.

Galatians 3:13

44) verlost

Grieks uitgekocht uit den vloek. Want deze verlossing is geschied door betaling van een rantsoengeld voor ons; Matth. 20:28; 1 Tim. 2:6.

Mt 20.28 1Ti 2.6

45) van den vloek

Dat is, van de straf, tijdelijke en eeuwige, die de wet den overtreders dreigt, en die wij door onze overtredingen verdiend hadden.

46) een vloek geworden

Dat is, heeft den toorn Gods en de straf der zonden op zich genomen, om die te dragen en daarmede Gods straffende gerechtigheid te voldoen.

47) voor ons; want

Dat is, in onze plaats, gelijk onze borg; Hebr. 7:22.

Heb 7.22

48) er is geschreven:

Namelijk Deut. 21:23.

De 21.23

49) aan het hout hangt.

Dat is, aan het kruis opgehangen wordt. Zie Hand. 5:30; 1 Petr. 2:24; hetwelk te verstaan is, niet dat zij allen zouden verdoemd zijn, die gekruisigd worden [want het tegendeel blijkt uit het voorbeeld van den bekeerden moordenaar, Luk. 23:43], maar omdat God deze wijze van straf, als zijnde de wreedste en smadelijkste, tot een voorbeeld gesteld heeft van de straf, die Zijn Zoon, om ons van den vloek te verlossen, zou moeten lijden.

Ac 5.30 1Pe 2.24 Lu 23.43
Copyright information for DutKant