Jeremiah 23:17

46) steeds

Hebreeuws, zij zijn zeggende zeggende.

47) lasteren:

Of, smadelijk verachten, tergen.

48) vrede hebben;

Dat is, het zal ulieden welgaan.

Ezekiel 13:22

71) bedroefd gemaakt,

Te weten hem dreigende met het tijdelijke en eeuwige verderf, omdat hij u niet geloofde of volgde.

72) hem geen

Te weten, den rechtvaardige, of hetzelve, te weten hart des rechtvaardigen.

73) smart aangedaan heb;

Te weten mits hem door mijne straffen te dreigen; ja heb hem meer getroost met de belofte mijner genade.

74) handen des goddelozen

Dat is, in zijne afgoderij en onboetvaardigheid gestijfd en moedig gemaakt hebt. Zie van deze manier van spreken ook Richt. 9:24, en de aantekening. Zij wordt ook in het goede genomen, gelijk Richt. 7:11; 1 Sam. 23:16; Jes. 35:3.

Jud 9.24 7.11 1Sa 23.16 Isa 35.3
Copyright information for DutKant