Jeremiah 49:1
1) de kinderen Ammons Vergelijk Ezech. 21:28, en Ezech. 25:2; Amos 1:13; Zef. 2:8,9. Eze 21.28 25.2 Am 1.13 Zep 2.8,9 2) kinderen? Dat Ammon dus zijn land bezit, alsof hij erfgenaam daarvan ware? wil de Heere zeggen. 3) Malcham erfgenaam Of, hunlieder Melech, versta, der Ammonieten afgod, anders genoemd Milcom en Molech, Lev. 18:21, en 1 Kon. 11:5,7. Zie aldaar, en vergelijk boven Jer. 48:7, en onder Jer. 49:3, en Richt. 11:24. Sommigen zetten het over: hun koning, te weten der Ammonieten, dat men ook van den afgod kan verstaan, want zij noemden hunne afgoden hunne koningen. Vergelijk Ezech. 43:7; Amos 5:26, met de aantekening. Le 18.21 1Ki 11.5,7 Jer 48.7 49.3 Jud 11.24 Eze 43.7 Am 5.26 4) Gad, Dat is, het land, dat den stam van Gad van God door Mozes was toebedeeld en ingegeven. Zie Num. 32:33,34; Deut. 3:12,16. Vergelijk de manier van spreken met Richt. 11:23,24, en hier in Jer. 49:2. Nu 32.33,34 De 3.12,16 Jud 11.23,24 Jer 49.2 5) zijn volk Van den afgod Malcom. Vergelijk boven Jer. 48:46. Jer 48.46 6) deszelfs steden? Namelijk Gads steden, gelijk als de Moabieten de rest hadden ingenomen. Zie boven Jer. 48:21. Jer 48.21Amos 7:13
37) voortaan Hebr. niets toedoen, of voortvaren meer te profeteren. 38) niet meer profeteren; Verg. Amos 2:12. Am 2.12 39) heiligdom, Dat is, de plaats, die de koning voor zijn heiligdom houdt, daar hij zijn plechtigen godsdienst bij het gouden kalf verricht, waartegen men hier geen profeteren mag lijden. Sommigen verstaan hierdoor den koning Melech, of Molech, den groten afgod en koning van Isral; zie Amos 5:26. Am 5.26 40) huis des koninkrijks. Dit kan men verstaan van een koninklijk hof, dat de koning ongetwijfeld te Bethel mede gehad heeft, als hij daar woonde, om zijn afgoderij te plegen: of van de plaats waar het opperste recht en de koniklijke rijksraad geweest zijn; of men kan het alzo verstaan, dat gans Isral hier in den afgodischen tempel [huis voor tempel] gewoon was te komen, enz.; zulks dat het, naar zijnen zin, voor Amos niet alleen niet veilig, maar ook zulke profetien aldaar gans onlijdelijk waren.
Copyright information for
DutKant