Job 27:13

23) is het deel

Te weten, dat ik nu voordragen zal. Job stemt zijnen vrienden toe dat de bozen hier bij wijle mede gestraft worden, gelijk hij ook dat niet geloochend had, hebbende alleen geleerd dat zij meest in voorspoed leven en van algemene plagen vrij gaan.

Job 31:2

2) het deel Gods

Te weten, dat God geeft. Versta, de straf voor de onkuise verordend van God; vergelijk boven, Job 20:29. Sommigen verstaan het van de beloning der kuisheid, die hij zou verliezen door onkuise daden.

Job 20.29

3) uit de hoogten.

Dat is, uit den hemel; zie boven, Job 16:19.

Job 16.19

Psalms 50:18

24) loopt

Of, gij stemt met hem toe, gij hebt behagen in hem. De zinis: Gij zijt terstond ijverig en gereed om in zijn kwaaddoen toe te stemmen, en voegt u met hart, mond en daad met hem. Het Hebr. woord schijnt beider betekent deelachtig te zijn, lopen en behagen daarin te hebben.

25) deel is

Verg. Spreuk. 29:24, waarop dan volgt dat zodanigen hun deel der straf ook met dezen ontvangen. Zie Joh. 20:29, met de aantekening.

Pr 29.24 Joh 20.29

Isaiah 17:14

58) Ten tijde des avonds,

Dat is, des nachts.

59) zo is

Te weten ontstaan in het leger van Sanherib, toen de slaande engel aankwam.

60) hij er niet meer.

Te weten Sanherib, die gevloden is toen hij vernam dat zijn leger van den engel des Heeren geslagen werd; 2 Kon. 19:35.

2Ki 19.35

61) Dit is

Woorden van het volk Gods.

62) het deel

Dat is straf, die God hun toeschikt; zie Job 20:29.

Job 20.29

63) beroven,

Of, vertreden hebben.

Isaiah 57:6

Copyright information for DutKant