Job 30:24

53) Hij zal

Namelijk, God.

54) tot een aardhoop

Dat is, tot degenen, die in de aarde begraven liggen.

55) niet uitsteken;

Te weten, om die daaronder liggen hier nog naar het lichaam te plagen. Hij wil zeggen dat het lijden dezes tijds eindigt met den lichamelijken dood, en dat hij dienvolgens met dien ontslagen zou zijn van het tegenwoordig verdriet. Vergelijk boven, Job 7;21, en Job 14:21.

Job 14.21

56) henlieden

Te weten, bij de dode lichamen, die in de graven liggen.

57) zijn verdrukking.

Dat is, waarmede God die verdrukt heeft, te weten als Hij door den dood de lichamen derzelven te gronde geworpen heeft. Is dan [wil Job zeggen] in de lichamen, die in het graf verbroken liggen, nog enige geschrei vanwege het lijden, dat zij daar nog zouden hebben? Hij verstaat: Neen; gelijk de ervaring leert.

Proverbs 24:22

47) wie weet]

Alsof hij zeide: Hun zal ene straf overkomen waar zij niet om denken, of waarmen men kwalijk kan weten of gissen hoe zwaar dat ze zal wezen.

48) beider

Zowel degenen, die God niet vrezen, als degenen, die de overheid niet ontzien. Of, het ongeluk van die twee; te weten, dat hun zo van God als van den koning toegezonden zal worden.

Copyright information for DutKant