Judges 14:11

23) zij hem zagen,

Te weten, de Filistijnen van Thimnath, die wat bijzonders in Simson uit zijn gelaat en wezen gemerkt hebbende, achterdenken kregen, en derhalve onder schijn van eer door dit bijgevoegde gezelschap [dat zij door de bruidsvrienden met glimp konden beschikken] op hem deden letten.

24) namen zij dertig metgezellen,

Dat is, zij namen en brachten. Zie Gen. 12:15.

Ge 12.15

John 3:29

49) de vriend des

Dat is, ik die de vriend en getrouwe dienaar des bruidegoms ben, de bruid dat is de gemeente, tot Christus haren bruidegom, gebracht heb, die haar nu zelf ontvangt en aanspreekt. Zie 2 Cor. 11:2; Ef. 5:25.

2Co 11.2 Eph 5.25

50) de stem des bruidegoms.

Wanneer hij zijne bruid ontvangt en aanspreekt.

Copyright information for DutKant