Judges 6:5

8) sprinkhanen

Want hunlieder heirleger was wel honderd en vijftig en dertig duizend strijdende mannen sterk, gelijk te zien is onder, Richt. 8:10, buiten het andere gespuis, dat zulke legers, die geen tegenstand verwachtten, placht te volgen.

Jud 8.10

9) niet tellen kon;

Hebreeuws, hadden geen getal; dat is, zij waren zeer kwalijk, vanwege de veelheid, te tellen. Alzo Richt. 7:12. Daarentegen wordt van een kleinen hoop volks gezegd, dat zij lieden van getal zijn; dat is, licht om te tellen. Zie Gen. 34:30.

Jud 7.12 Ge 34.30

Job 21:33

67) De kluiten

De zin is, dat het graf hem een plaats is als naar zijn wens, zijnde daar met vrede zonder zorg, en zonder kennis van het kwaad, dat na zijn dood zijn kinderen zou mogen overkomen. De profeet spreekt van het dode lichaam als van een levenden persoon.

68) trekt na

De zin is, dat hij hen al heeft na hem volgende; want een ieder is gesteld eenmaal te sterven. Hierom, ten aanzien van den lichamelijken dood, wedervaart den bozen anders niet dan dat in het algemeen allen moet overkomen.

69) voor hem

Hebreeuws, voor zijn aangezicht; dat is, eer hij stierf is het getal oneindig geweest dergenen, die gestorven waren.

Copyright information for DutKant