Judges 9:45

68) zout.

Menende nu volkomenlijk te triomferen en niet denkende wat hij zelf verdiend had, doet hij dit uit hoogmoed, tot een teken dat Sichem eeuwiglijk onvruchtbaar, woest en onbewoond zou blijven, of tot een eeuwig gedenkteken van een voorbeeldige straf dezer rebellie. Vergelijk Num. 18:19; Deut. 29:23; 2 Kron. 13:5; Zef. 2:9. Maar dat Sichem naderhand bebouwd en bewoond is geweest, blijkt 1 Kon. 12:1,25.

Nu 18.19 De 29.23 2Ch 13.5 Zep 2.9 1Ki 12.1,25

Psalms 107:34

50) Het vruchtbaar

Hetgeen hier gezegd wordt, blijkt aan het Joodse land, hetwelk eertijds zeer vruchtbaar geweest is, maar nu is het zeer onvruchtbaar, woest en dor.

51) tot zouten

Hebr. tot zoutigheid; dat is, tot een zout, onvruchtbaar land. Alzo ook Job 39:9; Jer. 17:6; want zoutigheid veroorzaakt onvruchtbaarheid. Zie Deut. 29:23; Richt. 9:45.

Job 39.6 Jer 17.6 De 29.23 Jud 9.45
Copyright information for DutKant