Leviticus 2:13

21) het zout des verbonds

Dat is, dat u vermane van mijn verbond, waardoor gij verplicht zijt naar een onbesmettelijk en onverderfelijk leven te trachten; Mark. 9:49.

Mr 9.49

22) afblijven;

Hebreeuws, doen ophouden.

2 Chronicles 13:5

7) eeuwigheid,

Zie 2 Sam. 7:13.

2Sa 7.13

8) zoutverbond?

Dat is, een eeuwig en onvergankelijk verbond, hetwelk niet verderft; gelijk hetgeen, dat met zout besprengd en doorwreven is, niet lichtelijk vergaat. Zie Num. 18:19, en de aantekening.

Nu 18.19
Copyright information for DutKant