Leviticus 8:32

Numbers 1:53

21) verbolgenheid

Te weten, des rechtvaardigen en alvermogenden Gods, die niet ongestraft laat de overtreding zijner wetten, en voornamelijk dergenen, die den godsdienst raken.

22) wacht van den tabernakel waarnemen.

Zie Lev. 8:35.

Le 8.35

1 Samuel 3:3

6) de lampe Gods uitgedaan werd,

Hij spreekt van de lamp, die op den gouden kandelaar stond, die den gansen nacht van den avond tot aan den morgen moest branden, dan bluste men dezelve uit; Exod. 27:21; Lev. 24:3; 2 Kron. 13:11.

Ex 27.21 Le 24.3 2Ch 13.11

7) den tempel des HEEREN,

Dat is, in een van de kamertjes nabij of omtrent den tabernakel, want de tempel was in dezen tijd nog niet gebouwd.

1 Chronicles 9:33

49) dezen zijn ook

Te weten, Levieten.

50) der vaderen

Dat is, der vaderlijke huizen.

51) kameren,

Versta hier, de kamers der priesters, die aan den tempel waren.

52) dienstvrij;

Te weten, van andere diensten.

53) want dag en nacht

Hij wil zeggen, dewijl zij met zingen en met gezangen te stellen altijd moesten bezig zijn, naar de orde van David gemaakt, 1 Kron. 25:1, zo waren zij ook vrij van alle andere lasten.

1Ch 25.1
Copyright information for DutKant