Luke 3:2

4) Annas en Kajafas,

Annas was de schoonvader van Kajafas, Joh. 18:13, en zij worden hier als twee hogepriesters gesteld, •f omdat de hogepriesters altijd een plaatsvervanger hadden, die, als zij onrein of ziek waren, hunne plaats bewaarde; zie Num. 4:32; 1 Kon. 4:4; 2 Kon. 23:4, en 2 Kon. 25:18; •f omdat zij toen ten tijde de ene het ene jaar en de andere het andere jaar het hogepriesterambt bedienden. Zie Joh. 11:49,51, en Hand. 4:6, alzo de opvolging van de rechte hogepriesters, van A„ron afkomstig, in verwarring was gekomen, en dat ambt nu ene weldaad of gift der Romeinen was geworden.

Joh 18.13 Nu 4.32 1Ki 4.4 2Ki 23.4 25.18 Joh 11.49,51 Ac 4.6

5) in de woestijn.

Van deze woestijn, zie Matth. 3:1.

Mt 3.1

John 11:49

49) deszelven jaars

Het hogepriesterambt werd toen door de Romeinen vergeven voor zekeren tijd, somwijlen ook van jaar tot jaar, Luk. 3:2; Hand. 4:6, tegen de ordinantie Gods. Zie Num. 35:28; Joz. 20:6; Hebr. 7:23.

Lu 3.2 Ac 4.6 Nu 35.28 Jos 20.6 Heb 7.23

John 18:13

19) eerst tot Annas;

En daarna tot Kajafas, gelijk blijkt Joh. 18:24. Zodat hetgeen hierna in den tekst volgt, niet in het huis van Annas, maar van Kajafas geschied is.

Joh 18.24
Copyright information for DutKant