Mark 16:15

16) in de gehele wereld,

Grieks, in al de wereld.

17) kreaturen.

Grieks, allen creatuur, of schepsel; dat is, allen volken, Matth. 28:19, namelijk niet alleen den Joden, maar ook den Grieken of heidenen, dat is, allerlei soorten van volken. Zie Col. 1:23.

Mt 28.19 Col 1.23

Acts 3:21

33) ontvangen

Dat is, ontvangen hebbende, behouden.

34) tot de tijden

Dat is, tot den dag des algemenen oordeels, op welken alle dingen, dienu om der zonden wil der ijdelheid onderworpen zijn, weder terecht zullen gebracht en hersteld worden; Rom. 8:20; 2 Petr. 3:13, of, totdat alles volkomen zal vervuld zijn, wat door de profeten is voorzegd geweest.

Ro 8.20 2Pe 3.13

35) van [alle] eeuw.

Dat is, eertijds in voortijden; of van het begin der eeuwen; Joh. 9:32. Onder dezen is ook geweest Enoch; Jud.:14.

Joh 9.32

Romans 8:21

60) Op hoop,

Tevoren heeft hij het verwachting genaamd; want hoop is een lijdzame verwachting van ene zaak; en wordt hier alzo genaamd, omdat God deze algemene verlossing des schepsels van het verderf en misbruik des mensen beloofd heeft, waar de engelen en heilige zielen naar verlangen, Openb. 6:10, en de andere schepselen een natuurlijke genegenheid toe schijnen te hebben, hetwelk in Rom. 8:22 bij gelijkenis een zuchten en barensnood wordt genaamd, waar de verlossing op wordt verwacht. Sommigen voegen deze woorden, op hoop, bij het Rom. 8:20, en beginnen dit vers aldus: Want ook het schepsel, enz.

Re 6.10 Ro 8.22,20

Romans 8:23

61) die de eerstelingen des Geestes hebben,

Alzo noemt hij de wedergeborenen omdat zij de eerste gaven des Heiligen Geestes hebben ontvangen en verwachten dat ook de overige, die ons beloofd zijn, zullen volgen, gelijk de eerste vruchten, die God opgeofferd zijnde, de gehele massa heiligden; Rom. 11:16.

Ro 11.16

62) in onszelven,

Dat is, in het binnenste van onze harten. Zie Rom. 7:24.

Ro 7.24

63) de aanneming tot kinderen,

Dat is, het volle bezit der erven, die ons in deze aanneming is beloofd.

64) de verlossing onzes lichaams.

Namelijk van het verderf en de ijdelheid, 1 Cor. 15:43,44, en dit is de derde reden van onzen troost in het kruis.

1Co 15.43,44

2 Peter 3:12-13

45) Verwachtende en

Namelijk met lijdzaamheid.

46) haastende tot de

Namelijk met verlangen.

47) Gods,

Dat is, van den Heere Jezus Christus, gelijk Tit. 2:13; of van God den Vader, die Zijn gericht houden zal door den Zoon; Hand. 17:31.

Tit 2.13 Ac 17.31

48) in welken de hemelen,

Of door welke, namelijk toekomst van den dag Gods.

49) door vuur ontstoken

Zie hiervan 2 Petr. 3:7,10.

2Pe 3.7,10
50) nieuwe hemelen

Namelijk of van ene nieuwe substantie en wezen, of met nieuwe hoedanigheden versierd, en daardoor als vernieuwd. Zie de aantekeningen 2 Petr. 3:10.

2Pe 3.10

51) in dewelke

Namelijk nieuwe hemelen en aarde. Want Hij spreekt in het meervoud.

52) gerechtigheid

Dat is, mensen die van de zonde gerechtvaardigd zijn, en anders niet dan gerechtigheid zullen plegen; daar deze aarde vol is van boze en ongerechtige mensen.

53) woont.

Dat is, wonen zal; dat is, waar de rechtvaardige mensen een vaste plaats zullen hebben en altijd daarin blijven en gerechtigheid oefenen.

Copyright information for DutKant