Matthew 10:25

26) Be‰lzebul hebben geheten,

Anderen lezen Be‰zebub, welke was de opperste afgod der Ekronieten; 2 Kon. 1:2. Met welken naam de Joden den overste der duivelen noemden, omdat de afgoden der heidenen duivelen waren. Zie 1 Cor. 10:20.

2Ki 1.2 1Co 10.20

Matthew 12:27

23) zonen uit?

Hierdoor worden verstaan •f de discipelen van Christus, die in zijn naam duivelen uitwerpen, Luk. 10:17, •f enige andere Joden, die ook somwijlen zulk deden. Zie Luk. 9:49.

Lu 10.17 9.49

Matthew 25:41

34) vervloekten,

Dat is om deze uwe zonden naar Gods rechtvaardig oordeel de straf des eeuwigen vloeks onderworpen.

35) duivel en zijnen engelen

Zo noemt Hij het hoofd der boze geesten, die hier ook zijne engelen genoemd worden, omdat de duivel hen gebruikt tot zijne dienstboden, gelijk Christus zijn goede engelen; Openb. 12:7.

Re 12.7
Copyright information for DutKant