Matthew 14:36

25) zoom zijns kleed

Namelijk tot een teken dat zij van Hem wilden geholpen wezen, niet dat zij den zoom zulk ene kracht toeschreven. Zie dergelijke Matth. 9:21.

Mt 9.21

26) [hem] aanraakten

Of, dien, namelijk den zoom.

Mark 5:30

28) kracht,

Dat is, de werking, die door zijn goddelijke natuur aan deze vrouw was geschied. Of dat deze kracht van Hem uitgegaan was.

Luke 8:46

49) bekend dat

Dat is, ik ben gewaar geworden, of, heb geweten.

50) kracht van Mij uitgegaan is.

Zie hiervan Mark. 5:30.

Mr 5.30
Copyright information for DutKant