Matthew 22:35

Luke 7:30

30) den raad Gods

Dat is, de middelen, die God naar zijn wijzen raad verordineerd heeft in het nieuwe verbond, om daardoor de mensen ter zaligheid te brengen. Zie Spreuk. 1:25,30; Hand. 20:27; Hebr. 12:25. Anderszins blijft altijd vast de raad, dat is het besluit Gods over de zaligheid zijner uitverkorenen, Matth. 24:24; Rom. 8:28,29; Hebr. 6:13, enz.

Pr 1.25,30 Ac 20.27 Heb 12.25 Mt 24.24 Ro 8.28,29 Heb 6.13

31) tegen zichzelven

Dat is tot hun eigen schade en verderf.

32) verworpen,

Of, teniet gedaan. Of, krachteloos gemaakt; namelijk door het moedwillig verachten van de middelen, die God tot zaligheid der mensen heeft geordineerd.

Luke 10:25

Luke 11:45

49) wetgeleerden,

De schriftgeleerden waren ook wel wetgeleerden; dan het schijnt dat onder dezelven enigen waren, die in wetenschap uitstaken, en die dezen naam bijzonder voerden.

Copyright information for DutKant