Matthew 5:48

1 John 2:6

20) in Hem blijft,

Dat is, in Zijn gemeenschap is en blijven wil. Zie Joh. 6:56.

Joh 6.56

21) gelijk Hij gewandeld

Dat is, heilig naar het voorbeeld Zijns levens, hoewel wij het in alles volmaakt niet kunnen navolgen; 1 Joh. 1:8.

1Jo 1.8

1 John 3:3

14) deze hoop

Namelijk dat hij de heerlijkheid der kinderen Gods zal genieten.

15) op Hem heeft,

Dat is, op Christus, dat Hij Hem deze heerlijkheid in Zijn komst zal toebrengen, als deze voor Hem verdiend hebbende.

16) reinigt zichzelven,

Dat is, die misbruikt deze hoop niet om daarop te vrijer te zondigen, maar tracht er naar dat hij zijn lichaam en ziel, die beide zo uitnemend verheerlijkt zullen worden, in reinheid en heerlijkheid bezitte; 1 Cor. 6:20; 1 Thess. 4:4.

1Co 6.20 1Th 4.4

17) Hij rein is.

Namelijk Christus. Zie 1 Joh. 3:5. Dat is, het voorbeeld van Christus zichzelf voorstellende als een patroon van reinheid, om het na te volgen, hoewel zulks in dit leven niet volmaakt kan geschieden.

1Jo 3.5

1 John 4:8

35) liefde.

Dat is, God heeft lief, niet alleen zichzelf, maar ook al Zijn schepselen, bijzonder Zijn uitverkorenen in Christus Jezus, met zulk een grote liefde en toegenegenheid, dat men met recht mag zeggen, dat Hij niet alleen liefde heeft, maar ook de liefde zelf is, gelijk Hij ook de wijsheid, goedheid, enz. zelf genoemd wordt.

1 John 4:10

39) is de liefde, niet

Dat is, blijkt de grootheid van Gods liefde tot ons.

40) liefgehad hebben,

Namelijk eerst, zodat wij met onze liefde God tot wederliefde zouden verwekt hebben. Want wij waren van nature haters van God; Rom. 1:30, en vijanden van God; Rom. 5:10.

Ro 1.30 5.10

41) lief heeft gehad,

Namelijk eerst, gelijk uitgedrukt wordt 1 Joh. 4:19.

1Jo 4.19
Copyright information for DutKant