Numbers 16:22

30) geesten

Dat is, der zielen, die Gij geschapen hebt, zijnde alzo de auteur des levens. Alzo wordt geest voor ziel genomen, Ps. 31:6, en Ps. 146:4; Pred. 12:7; Luk. 8:55, en Luk. 23:46; Hand. 7:59; Hebr. 12:9.

Ps 31.5 146.4 Ec 12.7 Lu 8.55 23.46 Ac 7.59 Heb 12.9

31) vlees!

Dat is, aller mensen. Zie Gen. 6:12.

Ge 6.12

32) een enig man zal gezondigd hebben,

Namelijk, Korach. Zie boven, Num. 16:1, en onder, Num. 16:49.

Nu 16.1,49

Numbers 27:16

18) de God der geesten van alle vlees,

Dat is, die de zielen aller mensen geschapen heeft en daarin de gaven uitstort, zowel der natuur als der genade, die hun nodig zijn tot uitvoering hunner beroeping. Zie boven, Num. 16:22.

Nu 16.22

Ecclesiastes 12:7

36) het stof wederom

Dat is het lichaam, hetwelk in de beginne van aarde genomen en gemaakt is; Gen. 3:19. Zie Job 7:5.

Ge 3.19 Job 7.5

37) de geest weder

Dat is de ziel. Zie Num. 16:22, en Num. 27:16.

Nu 16.22 27.16

38) tot God keert,

Te weten in de hemel, verstaande dat Salomo hier het volk Gods alleen aanspreekt. Sommigen verstaan het van de zielen, zowel der ongelovigen als der gelovigen, die beide van God als rechter, terstond als de mens sterft, gewezen worden elk aan hunne plaats: de gelovige ten hemel, de ongelovige ter hel. Verg. Luk. 16:22.

Lu 16.22

39) Die hem gegeven heeft

Zie Gen. 2. 7.

Ge 2.7

Zechariah 12:1

1) last van het woord des HEEREN

Dat is, de profetie.

2) over Isra‰l.

Of, belangende Isra‰l, of voor, of aan Isra‰l. Zie Zach. 9:1. Versta hier door Isra‰l de Christelijke kerk of gemeente uit Joden en heidenen bestaande, welke de apostel noemt het Isra‰l Gods, Gal. 6:16; denwelke hier de overwinning over hunne vijanden beloofd wordt.

Zec 9.1 Ga 6.16

3) spreekt,

Te weten, gelijk hier straks volgt, zie Zach. 12:2.

Zec 12.2

4) geest

Dat is, ziel.

5) formeert.

Of, vormt; ene manier van spreken van de pottenbakkers genomen.

Hebrews 12:23

57) der eerstgeborenen,

Dat is, der uitverkorenen, die door de zonderlinge genade Gods vele hemelse voorrechten boven andere menchen hebben ontvangen.

58) de hemelen opgeschreven zijn,

Namelijk in het boek des levens. Zie Luk. 10:20; Filipp. 4:3; Openb. 13:8.

Lu 10.20 Php 4.3 Re 13.8

59) de geesten der

Dat is, de zielen dergenen die de volmaakte heiligheid en zaligheid in den hemel bezitten. Zie 1 Cor. 13:10; hoewel ze nog een andere volmaking ten uitersten dage met hunne lichamen verwachten, 2 Tim. 4:8.

1Co 13.10 2Ti 4.8

60) volmaakte rechtvaardigen;

Of geheiligden.

Copyright information for DutKant