Numbers 18:1
1) zeide de HEERE tot Aron: Om het volk de vrees [waarvan in het laatst van het Num. 17: gesproken is] te benemen, en een middel aan te wijzen, waardoor voorgekomen mocht worden, dat zulk een onheil hun na dezen niet meer zou overkomen. 2) ongerechtigheid des heiligdoms; Dat is, de straf van hetgeen aan het heiligdom en de ceremonin van dien misdaan wordt; daarom zult gij toezien dat ieder blijve binnen de perken van zijn dienst, anders zult gij daarvoor instaan. Zie Lev. 5:1. Le 5.1 3) de ongerechtigheid van uw priesterambt. De straf van hetgeen aan het priesterambt misdaan wordt, wanneer gij u daarin niet wel gedraagt, of toelaat dat een vreemde in uw ambt treedt en zich daaraan vergrijpt.Numbers 18:22
38) om zonde te dragen Dat is, om zich schuldig te maken en straf op zich te laden. Zie boven, Num. 18:1, en onder, Num. 18:32. Nu 18.1,32 39) sterven. Gelijk Korach en den zijnen gebeurd is. Zie boven, Num. 16.
Copyright information for
DutKant