Numbers 21:2-3

4) verbannen.

Dat is, ik zal hen voor mij, of tot ons voordeel niet houden, maar ik zal hen u heiligen, of u ter ere verdelgen. Zie Jos. 6:17,19,21,24, en Lev. 27:28,29.

Jos 6.17,19,21,24 Le 27.28,29
5) gaf de Kana„nieten over;

Te weten, in zijne hand, gelijk Num. 21:2.

Nu 21.2

6) verbande hen en hun steden;

Dit is niet volkomenlijk geschied ten tijde van Mozes, maar door Jozua. Zie Joz. 12:14, en Richt. 1:16,17.

Jos 12.14 Jud 1.16,17

7) hij noemde den naam dier plaats

Te weten, Isra‰l, dat is, de Isra‰lieten.

8) Horma.

Dat is, verbanning.

Joshua 6:17-18

10) Doch deze stad

Zie Deut. 2:34.

De 2.34

11) wij uitgezonden hadden,

Te weten, ik en de oversten, zonder kennis des volks, boven, Joz. 2:1,4,6.

Jos 2.1,4,6

12) verborgen heeft.

Sommigen: wel, of, naarstiglijk verborgen heeft.

13) verbant,

Dat is, geen oorzaak zijt, dat gij zelf verdelgd wordt.

1 Samuel 15:3

2) verban alles,

Dat is, roei geheellijk uit, en dood al wat leven heeft.

Copyright information for DutKant