Philippians 3:19

78) Welker einde

Dat is, die eindelijk van God met de eeuwige verdoemenis zullen gestraft worden, Openb. 19:20,21. Zie ook Filipp. 1:28.

Re 19.20,21 Php 1.28

79) God is de buik,

Dat is, die in plaats van God te dienen en Zijne eer te verbreiden, anders niets zoeken dan een lekker en gemakkelijk leven te leiden, en hunnen buik, alsof die hun God was, te dienen.

80) heerlijkheid

Dat is, eer, die zij bij de mensen zoeken en waarop zij roemen.

81) is in hun schande,

Dat is, zoeken hunne eer in hetgeen hun schandelijk is, dat is zal hun gedijen tot tijdelijke en eeuwige schande. Of, tot hunne schande.

82) aardse dingen

Dat is, tijdelijke wellust en gemak.

83) bedenken.

Of, bevroeden; dat is, met de zinnen en het verstand naar trachten.

Copyright information for DutKant