Proverbs 11:5

14) maakt zijn weg

Dat is, maakt dat hij door den goeden weg recht wandelt, zodat hij eindelijk geraakt waar hij wezen wil, te weten tot de eeuwige gelukzaligheid. Vergelijk boven Spreuk. 3:6, en de aantekening.

Pr 3.6

15) valt

Te weten, in zijn kwaden weg, zodat hij daarin vergaat zonder tot een gelukzalig einde te komen.

Proverbs 15:21

41) recht wandelen.

Hebreeuws, zal richten te wandelen; dat is zal zijn ganse leven, woorden en werken, doen en laten, schikken en sturen naar hetgeen goed en Gode aangenaam is. Zie boven Spreuk. 3:6.

Pr 3.6
Copyright information for DutKant