Proverbs 17:4

8) boosdoener

Dat is, die zijnen naaste kwaaddoet of genegen is kwaad te doen.

9) op de ongerechtige

Hebreeuws, lip der ongerechtigheid; te weten, die te kennen geeft hoe men ongerechtigheid bedrijven en zijnen naaste leed kan doen.

10) leugenaar

Hebreeuws, valsheid of leugen; dat is die met valsheid of leugen omgaat. Zie Job 35:13.

Job 35.13

11) verkeerde tong.

Hebreeuws, de tong der verkeerdheden; dat is die verkeerdheden spreekt. Zie boven Spreuk. 2:12. Anders: horende de leugens op de verkeerde tong.

Pr 2.12
Copyright information for DutKant