Psalms 41:9

18) kleeft

Of, benauwt hem. Zij willen zeggen: Hij heeft ergens Belials- of schelmstuk, boevenstuk, bedreven, waarom hij met deze Belialsplaag [waarvan sommigen dit verstaan] beleden is, dies moet hij voort; gelijk Jobs vrienden hem als een goddelozen om zijn vreemd lijden veroordelen. Van het woord Belial, zie Deut. 13:13. en verg. 2 Sam. 22:5.

De 13.13 2Sa 22.5

19) weder

Hebr. niet toedoen, of voortvaren op te staan.

Mark 14:20

22) [Het is] een uit de twaalven,

Zie Matth. 26:33.

Mt 26.33

John 13:18

23) van u allen:

Namelijk dat gij allen dat zult nakomen. Want Judas zou het niet doen, gelijk volgt.

24) uitverkoren

Namelijk tot de eeuwige zaligheid; Ef. 1:4.

Eph 1.4

25) die met Mij

Dat is, die dagelijks aan mijne tafel is en met mij omgaat.

26) verzenen opgeheven.

Dat is, heeft zich vijandelijk tegen mij gesteld. Zie de aantekeningen Ps. 41:10.

Ps 41.9
Copyright information for DutKant