Psalms 68:13
25) vloden Of, vlieden weg, als zijnde woorden der boodschappers. 26) zij, De vrouw, dat is de vrouwen, die niet in den strijd trekken maar het huis bewaren, of de nederlaag is zo groot geweest, dat zelfs de vrouwen zonder schroom mede uitgekomen zijn om den roof te delen. Verg. 2 Sam. 1:24. 2Sa 1.24Proverbs 8:10
20) niet zilver, Dat is, meer dan het zilver, gelijk de volgende woorden van Spreuk. 8:10 uitwijzen. Dat in het algemeen gezegd wordt, is dikwijls maar ten zekeren aanzien en bij vergelijking te verstaan. Vergelijk Jes. 43:18; Jer. 7:22, en Jer. 16:14; Hos. 6:6; Matth. 23:3; 1 Cor. 1:17. Pr 8.10 Isa 43.18 Jer 7.22 16.14 Ho 6.6 Mt 23.3 1Co 1.17 21) uitgegraven Zie boven Spreuk. 3:14; idem onder Spreuk. 8:19. Pr 3.14 8.19Proverbs 8:19
36) vrucht Zie boven Spreuk. 1:31. Pr 1.31 37) uitgegraven goud, Zie boven Spreuk. 3:14. Pr 3.14 38) dicht goud; Zie 1 Kon. 10:18. Anderen: goud van Ufaz; die menen dat Paz hier is voor Ujaz, de naam van een plaats, waar veel uitnemend goud vandaan kwam; Jer. 10:9. Te weten, die heden in Barbarije, naar sommiger gevoelen, Fez genaamd wordt. 1Ki 10.18 Jer 10.9Proverbs 16:16
43) wijsheid Hoe wijsheid en verstand in dit boek onderscheiden worden, zie boven Spreuk. 1:2. Pr 1.2 44) uitgegraven Zie boven Spreuk. 3:14. Pr 3.14Zechariah 9:3
13) als stof, Dat is, in zeer groten overvloed. Verg. 1 Kon. 10:27, en 2 Kron. 9:27; zie ook Ps. 78:27. 1Ki 10.27 2Ch 9.27 Ps 78.27
Copyright information for
DutKant