Romans 1:30

73) achterklappers,

Of, tegensprekers.

74) haters Gods,

Of, van God gehaat. Doch alzo hier gesproken wordt van de heersende zonden der heidenen, zo wordt het beter in dezen zin genomen; gelijk Rom. 8:7, de wijsheid des vleses vijandschap Gods gezegd wordt. Want die worden met recht gezegd God te haten, die liefhebben hetgeen God haat en haten hetgeen God gebiedt; Exod. 20:5.

Ro 8.7 Ex 20.5

75) smaders, hovaardigen,

Dat is, die smaadheid of ongelijk anderen aandoen met woorden of werken.

76) laatdunkenden,

Of, roemgierigen, pochers.

Romans 5:10

25) vijanden zijnde,

Namelijk om de zonde die in ons was, welke God haat; en vijandschap is tegen God; Rom. 8:7. Anderszins heeft hij gezegd dat God ons liefgehad heeft toen wij nog zondaars waren, Rom. 5:8; namelijk ten aanzien, dat wij van Hem uitverkoren en van Christus om te verlossen gegeven waren; Joh. 17:2,6; Rom. 9:13.

Ro 8.7 5.8 Joh 17.2,6 Ro 9.13

26) door Zijn leven.

Grieks in zijn leven; dat is, door Hem die nu leeft en zit ter rechterhand Gods, aldaar voor ons bidt, en alle dingen Zich heeft onderworpen; Rom. 8:34; Ef. 1:20,21,22, enz.; Hebr. 9:24.

Ro 8.34 Eph 1.20,21,22 Heb 9.24
Copyright information for DutKant