Romans 3:19

36) spreekt tot degenen,

Deze reden doet de apostel daarbij, om te tonen dat hij dit terecht op de Joden duidt, dewijl God in zijn Woord door Zijne profeten tot de Joden spreekt.

37) verdoemelijk zij.

Dat is der verdoemenis, of des rechtvaardigen oordeels Gods schuldig.

Ephesians 3:17

38) in uw harten

Dat is, geduriglijk met Zijne werkingen blijve, gelijk Joh. 6:56, en Joh. 14:23.

Joh 6.56 14.23

39) de liefde

Namelijk tegen God en uwen naaste, welke een onderscheidelijke vrucht en metgezel des geloofs is; 1 Cor. 13:1; Gal. 5:6. Anderen nemen het voor de liefde waarmede ons God liefheeft.

1Co 13.1 Ga 5.6

40) geworteld

Dat is, bevestigd zijt, gesterkt zijt.

Copyright information for DutKant