Romans 8:19-21

56) Want

Grieks want het verlangen, of verbeiden des schepsels met opgestoken hoofd verwacht, enz. Zie ook Filipp. 1:20.

Php 1.20

57) het schepsel,

Namelijk van hemel en aarde, dat nu tegen de eerste instelling Gods der ijdelheid is onderworpen; dat is de kwade mensen moet dienen, en ook ten groten dele der verderfenis om des mensen wil is onderworpen, Rom. 8:21, waarvan het ten uitersten dage wederom zal verlost worden; Hand. 3:21; 2 Petr. 3:12,13. Want dat sommigen daardoor verstaan de mensen, gelijk Mark. 16:15, kan niet bestaan, overmits de goddelozen daarnaar niet verlangen, en van de gelovigen bijzonder zal gehandeld worden, Rom. 8:23. En dit voorbeeld is de tweede reden om de gelovigen tot lijdzaamheid te bewegen.

Ro 8.21 Ac 3.21 2Pe 3.12,13 Mr 16.15 Ro 8.23
58) niet gewillig,

Dat is, niet vanzelf, of naar de orde, die God eerst in de schepping gesteld heeft; want geen schepsel zoekt zijn eigen verderf. Zie ook Rom. 8:38,39.

Ro 8.38,39

59) om diens wil,

Dat is, om de zonde des mensen wil, waardoor ook naar Gods rechtvaardig oordeel de vloek over het aardrijk is gekomen; Gen. 3:17, en over alle andere creaturen die den mens in deze verdorvenheid moeten dienen. Matth. 5:45, en het misbruik des mensen onderworpen zijn.

Ge 3.17 Mt 5.45
60) Op hoop,

Tevoren heeft hij het verwachting genaamd; want hoop is een lijdzame verwachting van ene zaak; en wordt hier alzo genaamd, omdat God deze algemene verlossing des schepsels van het verderf en misbruik des mensen beloofd heeft, waar de engelen en heilige zielen naar verlangen, Openb. 6:10, en de andere schepselen een natuurlijke genegenheid toe schijnen te hebben, hetwelk in Rom. 8:22 bij gelijkenis een zuchten en barensnood wordt genaamd, waar de verlossing op wordt verwacht. Sommigen voegen deze woorden, op hoop, bij het Rom. 8:20, en beginnen dit vers aldus: Want ook het schepsel, enz.

Re 6.10 Ro 8.22,20
Copyright information for DutKant