Romans 8:29-30

79) te voren gekend heeft,

Namelijk voor de Zijnen, gelijk Joh. 10:14,27. Dat is, die Hij van eeuwigheid in Christus heeft verkoren ten eeuwigen leven; Rom. 11:2; Ef. 1:4; 1 Petr. 1:2, en hierna Rom. 8:33.

Joh 10.14,27 Ro 11.2 Eph 1.4 1Pe 1.2 Ro 8.33

80) den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn,

Namelijk niet alleen in het lijden, maar ook inzonderheid in de heiligmaking en verheerlijking, die daarna zal volgen; 1 Cor. 13:12, en 1 Cor. 15:48, en 2 Cor. 3:18.

1Co 13.12 15.48 2Co 3.18
81) geroepen;

Namelijk tot het geloof en de gehoorzaamheid des geloofs door een krachtige roeping, Rom. 8:28.

Ro 8.28

82) gerechtvaardigd; en die

Namelijk voor hem, door het geloof; gelijk dit woord in dezen gehelen brief in deze stof wordt genomen, en het oogmerk des apostels medebrengt. Want deze rechtvaardigmaking is de naaste trap tot de verheerlijking.

83) verheerlijkt.

Namelijk hier, in de beginselen door de heiligmaking en aanneming tot kinderen, en hiernamaals, door de volle bezitting van deze heerlijkheid, Rom. 8:17,21; 2 Cor. 3:18.

Ro 8.17,21 2Co 3.18
Copyright information for DutKant