Song of Solomon 2:8
28) [Dat] is Te weten de stem, die ik daar hoor. Dit spreekt de Bruid. Zij wil zeggen: Dat is zijne onderwijzing, die ik daar hoor. Zie Joh. 10:3,4, en Joh. 18:37; Hand. 13:46,47; Hebr. 3:7. Joh 10.3,4 18.37 Ac 13.46,47 Heb 3.7 29) Hij komt, Te weten tot mijn hulp en bijstand, gelijk Jes. 35:4; Joh. 14:23; Openb. 22:20. Isa 35.4 Joh 14.23 Re 22.20 30) springende Ene gelijkenis, genomen van de snelle reen en hinden, bij welke de Bruidegom wordt vergeleken, Hoogl. 2:9, om aan te wijzen de vrijwilligheid van Christus in het helpen en redden zijner Bruid. So 2.9
Copyright information for
DutKant