Song of Solomon 5:16

68) Zijn gehemelte

Dat is, zijne woorden, spraak, redenen, [gelijk Spreuk. 5:2, en Spreuk. 8:7]. Idem leringen, vertroostingen, beloften. Zie Rom. 15:4; Col. 3:16.

Pr 5.2 8.7 Ro 15.4 Col 3.16

69) al wat aan Hem is,

Hebreeuws, Hij is geheel begeerlijkheden; dat is, alles wat aan Hem is, is gans lieflijk en waardig dat men begere het te mogen genieten. Dusdanig is Christus zijner gemeente en allen uitverkorenen; maar den goddelozen en verworpelingen is Hij ene ergernis en dwaasheid, 1 Cor. 1:23. Zie ook Ps. 22:7; Jes. 52:14, en Jes. 53:2.

1Co 1.23 Ps 22.6 Isa 52.14 53.2

70) ja,

Met deze woorden wil de Bruid besluiten de uitnemendheid des Heeren Christus boven alle anderen.

Copyright information for DutKant