1 Chronicles 26:26-28

3. De bewakers van de schatkamers

De geheiligde schatten komen uit de oorlogsbuit en uit mogelijk vrijwillige gaven (1Kr 26:26-28). De oorlogsbuit is verzameld in kamers van het tempelgebouw, en schatmeesters moeten daarover waken.

De schatten stellen voor wat wij van Gods waarheid met betrekking tot de gemeente hebben gevonden in de Schrift met behulp van gelovigen die in het verleden Gods Woord hebben onderzocht. Het zijn schatten die gelovigen door de eeuwen heen hebben verzameld ten gunste van de opbouw van de gemeente, Gods huis nu. Uitleggers van Gods Woord in vorige eeuwen hebben ook gebruikgemaakt van die schatten.

Het grootste deel van onze kennis van de Schrift hebben wij te danken aan wat in tweeduizend jaar door gelovigen is verzameld uit de Schrift. Altijd hebben gelovigen mogen voortbouwen op wat voorgaande generaties hebben ontdekt in de goudmijn van Gods Woord en steeds zijn die schatten aangevuld en uitgebreid en dat gebeurt nog steeds. De schatmeesters nemen kennis van wat aan schatten is opgetast en voegen eraan toe. Het zijn schatten die veroverd zijn in grote strijd en zijn verzameld in harten van gelovigen. Elke overwinning in het geloof is een bijdrage aan de schatten van de tempel.

Sommige schatten zijn in de tempel gebleven als een schitterende herinnering aan de overwinning, andere schatten zijn gebruikt om schade te herstellen. Zo stelt Paulus aan de gemeente in Kolosse Christus voor als Degene “in Wie alle schatten van de wijsheid en kennis verborgen zijn” (Ko 2:3) om de schade weg te werken die is aangericht door de invloed van het wijsgerige denken waarvoor de Kolossenzen zich hebben opengesteld.

Sebuël, een nakomeling van Mozes, is vorst over de schatten (1Kr 26:24). Sebuël betekent ‘gevangene van God’. Dat herinnert aan Paulus, die zichzelf “de gevangene van Christus ” (Ef 3:1) noemt en een verkondiger van “de onnaspeurlijke rijkdom van Christus” (Ef 3:8). Ook aan ons zijn schatten toevertrouwd. De grote schat is het Woord van God. De rijkdommen ervan zijn onuitputtelijk.

Zien we de Bijbel werkelijk zo en bewaken we die tegen aanvallen die erop worden gedaan vanuit ongeloof of tegen ontkrachting? Paulus beveelt de jonge Timotheüs: “Bewaar het goede [jou] toevertrouwde pand door [de] Heilige Geest Die in ons woont” (2Tm 1:14; 1Tm 6:20).

Copyright information for DutKingComments