1 Kings 22:11

Micha wordt gehaald

Terwijl Micha wordt gehaald, profeteren de valse profeten. Dat zal, net zoals op de Karmel, met de nodige rituelen zijn gebeurd. Valse profeten spreken niet alleen, ze willen ook indruk maken door allerlei geestelijke manifestaties, waarbij ze zichzelf verwonden en buiten zinnen raken. Dat gebeurt in alle heidenvolken. Op dezelfde manier zijn allerlei elementen van de afgodendienst in de christelijke eredienst binnengekomen.

Mensen worden in trance gebracht door opzienbarende manifestaties, waarvan ze valselijk beweren dat het manifestaties van de Geest zijn. Ook wordt gebruikgemaakt van oorverdovende muziek die bewustzijnsvernauwing veroorzaakt waardoor handelingen worden uitgevoerd die men zich later niet meer kan herinneren.

Een van de valse profeten, Zedekia, voorspelt op beeldende wijze de overwinning van Achab. De horens en de woorden die hij gebruikt, doen denken aan wat Mozes in zijn zegen, die hij over de twaalf stammen uitspreekt, over Jozef zegt (Dt 33:17a). Hij imiteert Mozes. Zo worden er vaak vrome uitspraken gedaan, die echter dienen als vernis om de leugen acceptabel te maken. Dit klinkt mensen als muziek in de oren. Het is als de kerstliederen die door de winkels galmen. De woorden gaan over het Kindje in de kribbe, maar de muziek is bedoeld om de mensen in slaap te wiegen en ze tot aankopen te bewegen.

De man die Micha moet ophalen, probeert hem te overreden toch vooral geen afwijkende mening te hebben van wat de valse profeten hebben gezegd. Micha moet geen spelbreker worden. De welvaartspredikers vandaag zijn ook de mensen die aangename woorden spreken. Het gaat niet om de vraag of God spreekt, maar de vraag is wat mensen graag horen. God is geen Koning, de klant is koning.

Maar Micha laat zich niet beïnvloeden door de mening van de velen. Hij weet ongetwijfeld dat hij naar het hol van de leeuw gaat en dat de hele sfeer bezwangerd is van demonen. Hij gaat echter in het volle vertrouwen dat de HEERE bij hem is. Hoe groot de dreiging van de vijand ook mag zijn, de macht van de HEERE is oneindig veel groter. Micha weet nog niet wat hij moet zeggen, maar hij vertrouwt erop dat de HEERE hem zal laten weten wat hij moet zeggen (vgl. Lk 21:14-15).

Durven we dat toe te passen op onszelf of gaan we mee met de grote menigte die met mooie woorden ons het gevoel geeft dat we iets zijn? Als het laatste het geval is, kan de genade niet werken omdat we met zo'n houding God voorbijlopen. De profeten in het Oude Testament hebben helemaal geen goede boodschap gebracht. Jeremia’s boodschap bijvoorbeeld, dat het volk zal worden weggevoerd, is ook niet geaccepteerd. Hoewel het niet zo wordt ervaren, is het toch een grote genade van God dat Hij steeds iemand geeft die woorden spreekt waarin Zijn hart en gedachten duidelijk naar voren komen.

Copyright information for DutKingComments