1 Samuel 14:1

Inleiding

In 1 Samuel 13 is het falen van Saul duidelijk naar voren gekomen. In 1 Samuel 15 faalt Saul op nog dramatischer wijze. Deze twee hoofdstukken geven een tweevoudig getuigenis van het falen van de koning van de keus van het volk. Tussen deze twee hoofdstukken in staat in 1 Samuel 14 het verhaal van een man van geloof die overwint. Dit hoofdstuk is een grote bemoediging voor ieder die ziet hoe het officiële gezag van Gods volk faalt, maar die zelf blijft geloven in de macht van God. De Heilige Geest stelt in dit hoofdstuk twee mannen tegenover elkaar. We zien Saul, de man van het vlees, tegenover zijn zoon Jonathan, de man van geloof.

Het eerste deel van dit hoofdstuk (1Sm 14:1-23) voert tot een climax door het geloof van Jonathan. Het tweede deel (1Sm 14:24-46) voert tot een anticlimax door de dwaasheid van Saul die het volk verbiedt vóór de avond iets te eten.

Jonathan betekent ‘de HEERE heeft gegeven’. Hij is een gift van God aan Zijn volk in een tijd van grote zwakheid. Hij is een bloem die God doet opbloeien in de wildernis die Israël in deze tijd in geestelijk opzicht is.

Voorstel van Jonathan

Jonathan kan niet langer besluiteloos blijven toezien hoe de Filistijnen zich brutaal door Gods land bewegen. Hij neemt een besluit om de wachtpost van de Filistijnen aan te vallen. Dit is geen impulsieve actie. Hij heeft daarover nagedacht en is daarvoor in gebed geweest en op zekere dag is hij er klaar voor. Het motief voor deze actie ligt in zijn geloof. Het is niet zo, dat Jonathan meer militair inzicht heeft dan zijn vader. Saul is een goed soldaat. In de strijd die Gods volk voert of wil voeren, komt het echter niet aan op militair inzicht, maar op geloof. Geloof beslist de uitslag en niet militair inzicht. In 1 Samuel 17 zien we dat ook in de strijd tussen David en Goliath.

Bij Saul zien we geen actie. Hij wacht af. Dat is anders dan het volk heeft gewenst. Ze hebben immers een koning gewenst die voor hen uitgaat om te strijden. Jonathan kan zich er niet bij neerleggen dat zijn vader zo besluiteloos is. Hij kent zijn vader. Hij weet dat het geen zin heeft om hem te vragen of hij mag gaan of zelfs maar te informeren dat hij zal gaan. Hij weet dat twee slechts samen kunnen gaan, als ze het eens geworden zijn (Am 3:3) en dat dit met zijn vader niet het geval is. Daarvoor ontbreekt het geloof bij Saul die het als een roekeloze onderneming zal zien. Daarom gaat hij zonder het zijn vader te vertellen, hoewel dat wel had gemoeten. Toch is dit geen opstand, maar een handelen dat God bewerkt.

Copyright information for DutKingComments