1 Samuel 17:51-52

David verslaat en doodt Goliath

Het gevecht tussen de twee kampioenen brandt los. Voor de Filistijn lijkt het alsof hij tegen een dwerg moet gaan strijden. Als een voortschrijdende berg, overtrokken met koper en ijzer, gaat hij op David af. David gaat echter sneller Goliath tegemoet dan deze naar hem komt. Gedetailleerd beschrijft de Geest van God de handelingen van David, terwijl hij op de vijand afsnelt. Hij gaat op “de gevechtslinie” af, want in de Filistijn verenigt zich het hele leger van de Filistijnen.

Een van de steentjes is genoeg om de reus te vellen. God houdt ervan grote resultaten te boeken door kleine, eenvoudige middelen. Er is feitelijk geen strijd. Ook in de strijd aan het einde, als de Heer Jezus komt, is er geen strijd, geen heen en weer bewegende tonelen, alsof de duivel ook nog kans op de overwinning zou kunnen maken.

David overwint met een slinger en met een steen, meer niet. Door het juiste gebruik daarvan is in één klap alle kracht totaal verbroken, zowel van Goliath als van alle Filistijnen. De steen heeft de reus geveld. Het zwaard maakt een definitief einde aan de reus. David doodt de reus met diens eigen zwaard. Zo heeft de Heer Jezus door in de dood te gaan de dood overwonnen.

De beschrijving van de overwinning heeft in het origineel de vorm van een lied. Het gevolg van de overwinning op de reus strekt zich uit naar allen die bij de reus horen. Zowel David als Goliath vertegenwoordigt een volk. In het verslaan van Goliath is het hele leger van de Filistijnen verslagen. De verslagen vijanden slaan allemaal op de vlucht. Ze houden geen woord en worden geen gewillige slaven van de overwinnaar, zoals door Goliath in 1Sm 17:9 uitdagend voorgesteld is.

Gevolgen van de overwinning

Het volk van de satan wordt nu vervolgd door het volk van God. De rollen zijn omgedraaid. De overwinning is groot. Dit zal voor het overblijfsel gebeuren als de Heer Jezus terugkomt. Als toepassing op ons kunnen wij de vijand eronder houden als we staan in de overwinning van de Heer Jezus.

De hele macht van het geestelijk kwaad is gebroken voor hen die de reus hebben zien vallen. Het begrip van wat de ware gemeente is en onze persoonlijke plaats daarin in de nabijheid van God en in Zijn vreugde, heeft als gevolg dat de rol van de valse kerk met al haar belijders is uitgespeeld. De indrukwekkende legers worden dan ineens een verstrooide troep die in hun belijdenis hun onwetendheid over God en Christus verkondigen.

In 1Sm 17:54 grijpt de Geest van God weer vooruit. Jeruzalem is op dit moment nog in handen van de vijand, de Jebusieten, maar de overwinning op Goliath garandeert ook de verovering van de stad. De stad wordt later door David veroverd. De tent is ook niet die van David, maar is hier de tabernakel. Daar legt hij het zwaard van Goliath (1Sm 21:9). Hij geeft hiermee aan dat de eer van de overwinning voor de HEERE is.

Copyright information for DutKingComments