1 Samuel 2:27-30

Een man Gods komt naar Eli

Een anonieme man Gods wordt naar Eli gezonden. Als de man Gods spreekt over “het huis van uw vader”, bedoelt hij daarmee het huis van Aäron. Hij plaatst dit tegenover “het huis van de farao”, dat is het huis van slavernij, waar het volk de farao en zijn belangen heeft gediend. Hiermee herinnert hij Eli aan zijn oorsprong.

Vervolgens spreekt de man Gods over de verkiezende genade van God dat Hij Aäron en zijn huis tot het priesterschap heeft geroepen. Ook wijst hij op de genadige voorzieningen van God voor de priesters. Alles wat Hij heeft gegeven, maakt dat hun zonde om nog meer te willen hebben een verachting inhoudt van al die overvloedige gaven van God (vgl. 2Sm 12:8-9).

De HEERE stelt Eli verantwoordelijk voor het verachten van “Mijn slachtoffer en … Mijn graanoffer”, omdat hij niet is opgetreden tegen zijn zonen. In het verwijt dat Eli gemaakt wordt, wordt ook gezegd dat hij zich te goed heeft gedaan aan het beste deel van alle graanoffers. Zozeer worden de handelingen van zijn zonen ook hem toegeschreven.

Ondanks dat hij zijn zonen heeft berispt, waardoor hij aangeeft dat hij inzicht heeft in hun foute handelwijze, heeft hij hun verkeerde praktijken geen halt toegeroepen. Het gebrek aan optreden van Eli heeft bijgedragen aan de verachting die het volk voor het offer en de dienst aan de HEERE heeft gekregen. Hij heeft zijn zonen meer eer gegeven dan de HEERE. Iedere vader heeft het gevaar in zich dat hij voor zijn zoon kiest als hij moet kiezen tussen hem en God. Laten vaders het voorbeeld van Abraham navolgen, die zijn kinderen niet vriendelijk verzocht, maar beval “om de weg van de HEERE in acht te nemen, door gerechtigheid en recht te doen” (Gn 18:19).

Het oordeel over het huis van Eli

Het verachten van het offer (1Sm 2:29) is hetzelfde als het verachten van God. De consequenties daarvan zijn ernstig. God kan nu het beloofde niet geven (Jr 18:9-10). Komt God nu op Zijn belofte terug en handelt Hij in tegenspraak met Zichzelf? Dat kan niet zo zijn en het is ook niet zo.

God heeft het huis van Aäron toegezegd dat het Hem altijd zal dienen. Aäron had vier zonen. Twee zijn gedood door de HEERE (Lv 10:1-2). Van de twee die overbleven zijn, Ithamar en Eleazar, volgt Eleazar Aäron op. Eleazar wordt opgevolgd door Pinehas. Dat is de lijn van het priesterschap in Israël geworden. Er is echter iets gebeurd – wat dat is, is niet uit de Schrift af te leiden –, waardoor de lijn van het priesterschap is overgegaan naar Ithamar. Eli stamt namelijk niet uit de lijn van Eleazar, maar uit die van Ithamar. Door zijn ontrouw aan de HEERE, wordt de belofte, gedaan aan Aäron, weggenomen van Ithamar.

De belofte van een betrouwbare priester zal worden vervuld in Zadok (Ez 44:15), die hogepriester wordt in de tijd van David. Zadok komt uit de lijn van Eleazar (1Kr 6:3-8). God maakt Zijn beloften altijd waar en wel op een manier waaruit blijkt dat Hij het heeft gedaan.

Het afhakken van de arm stelt het wegnemen van de kracht en de invloed voor. Dat geldt zowel voor Eli als voor zijn hele familie. Zijn nakomelingen zullen jong sterven. Eli zal het nog in zijn tijd beleven dat de woning van de HEERE in benauwdheid zal zijn. Hij zal dat meemaken als de ark wordt buitgemaakt door de Filistijnen (1Sm 4:10-11; Ps 78:59-61). Later wordt Silo verwoest en is de ark helemaal verdwenen, buitgemaakt door de vijanden (Jr 7:12; Jr 26:6). De weinige jaren die Eli nog zal leven, zullen door wat hem hier wordt voorzegd, tot een kwelling worden. Altijd zal de gedachte aan dit oordeel hem bezighouden. Zijn laatste levensjaren zal hij geen vreugde kennen.

De man Gods voorzegt hem ook de dood van zijn beide zonen. Hier worden hun namen genoemd. Pinehas draagt dezelfde naam als een vroeger familielid. Dat familielid heeft zich echter volkomen trouw aan de HEERE gedragen als de zonde het volk is binnengedrongen (Nm 25:7-13). Die Pinehas was de zoon van Eleazar.

Copyright information for DutKingComments