1 Samuel 2:29

Een man Gods komt naar Eli

Een anonieme man Gods wordt naar Eli gezonden. Als de man Gods spreekt over “het huis van uw vader”, bedoelt hij daarmee het huis van Aäron. Hij plaatst dit tegenover “het huis van de farao”, dat is het huis van slavernij, waar het volk de farao en zijn belangen heeft gediend. Hiermee herinnert hij Eli aan zijn oorsprong.

Vervolgens spreekt de man Gods over de verkiezende genade van God dat Hij Aäron en zijn huis tot het priesterschap heeft geroepen. Ook wijst hij op de genadige voorzieningen van God voor de priesters. Alles wat Hij heeft gegeven, maakt dat hun zonde om nog meer te willen hebben een verachting inhoudt van al die overvloedige gaven van God (vgl. 2Sm 12:8-9).

De HEERE stelt Eli verantwoordelijk voor het verachten van “Mijn slachtoffer en … Mijn graanoffer”, omdat hij niet is opgetreden tegen zijn zonen. In het verwijt dat Eli gemaakt wordt, wordt ook gezegd dat hij zich te goed heeft gedaan aan het beste deel van alle graanoffers. Zozeer worden de handelingen van zijn zonen ook hem toegeschreven.

Ondanks dat hij zijn zonen heeft berispt, waardoor hij aangeeft dat hij inzicht heeft in hun foute handelwijze, heeft hij hun verkeerde praktijken geen halt toegeroepen. Het gebrek aan optreden van Eli heeft bijgedragen aan de verachting die het volk voor het offer en de dienst aan de HEERE heeft gekregen. Hij heeft zijn zonen meer eer gegeven dan de HEERE. Iedere vader heeft het gevaar in zich dat hij voor zijn zoon kiest als hij moet kiezen tussen hem en God. Laten vaders het voorbeeld van Abraham navolgen, die zijn kinderen niet vriendelijk verzocht, maar beval “om de weg van de HEERE in acht te nemen, door gerechtigheid en recht te doen” (Gn 18:19).

Copyright information for DutKingComments