1 Samuel 2:35

God voorziet in een trouwe priester

Na de oordeelsaankondigingen in de vorige verzen volgt een toezegging van de HEERE. Die is op niets anders gebaseerd dan op Zijn eigen soevereine voornemen. Hij zal Zelf een trouwe, betrouwbare priester aanstellen. ‘Trouw’ staat in sterk contrast met de ontrouw van Eli en zijn zonen.

In de eerste plaats kunnen we dat toepassen op Samuel. Vervolgens is het van toepassing op Zadok, die in plaats van Abjathar priester zal worden. Abjathar is de laatste afstammeling van het huis van Eli. Aan hem wordt door Salomo het priesterschap ontnomen (1Kn 2:26-27). Van Abjathar wordt het afgenomen omdat hij kiest voor Adonia, die zichzelf tot koning heeft uitgeroepen (1Kn 1:7), terwijl Zadok daar niet aan meedoet (1Kn 1:8). Het is bovenal van toepassing op de Heer Jezus als de Koning-Priester.

Het “blijvend huis” is het huis van David (1Sm 25:28). Met de “gezalfde” wordt vaak de priester bedoeld, maar hier is het de Koning naar Gods gedachten. De priester zal voor de gezalfde koning staan. Dat zien we in dit boek, waar de nadruk ligt op de koning naar Gods hart. Het priesterschap wordt uitgeoefend in tegenwoordigheid van het koningschap. De Heer Jezus is beide. Hij is zowel Koning als Priester. In Hem verenigen zich het koningschap en priesterschap op volkomen wijze. In Hem is het zoals God het heeft bedoeld.

Copyright information for DutKingComments