1 Samuel 6:13

De ark komt aan in het land

De ark arriveert in Beth-Semes, een Levietenstad waar de Kahathieten wonen. Het zijn juist die Levieten die door God zijn aangewezen om de ark te dragen (Nm 3:29-31; Jz 21:10; 16). Daar brengt God de ark heen en niet naar Silo. God weet wie Hij de heerlijkheid van Zijn Zoon kan toevertrouwen. Als de ark in Beth-Semes aankomt, zijn de inwoners van de stad, de Levieten, bezig de tarweoogst binnen te halen.

De Levieten werken hier op het land. Zij zijn bezig met de tarwe. Tarwe spreekt van het resultaat van de dood en de opstanding van de Heer Jezus (Jh 12:24). Dat resultaat bestaat uit de gelovigen, dat zijn allen die door het geloof in de Heer Jezus Hem als hun leven hebben ontvangen. De Heer Jezus is de tarwekorrel die in de aarde is gevallen en gestorven. Daardoor is er veel vrucht gekomen.

De ark komt daar waar mensen de oogst binnenhalen, waar ze bezig zijn met de zegeningen die God in het land heeft gegeven. Iets dergelijks zien we ook bij Gideon (Ri 6:11), bij de herders die de wacht houden bij de kudde in de nacht van de geboorte van de Heiland en aan wie de blijde boodschap wordt verkondigd (Lk 2:8-10) en bij de discipelen die ook bezig zijn in hun dagelijks werk als de Heer hen roept (Mt 4:18-22). De inwoners van Beth-Semes zijn blij als ze de ark zien (vgl. Jh 20:20). Maar hebben ze de ark echt gemist en ernaar gezocht, zoals David later (Ps 132:3-5)?

Het is dan ook onverdiende genade als de tegenwoordigheid van de HEERE terugkeert. Zonder dat ze ernaar hebben gezocht, zonder dat ze ervoor hebben gestreden, zonder dat ze een losgeld hebben betaald, is de ark, het symbool van Gods tegenwoordigheid, weer bij hen teruggekomen. Zij hebben de ark nooit gezien, maar uit de beschrijving die ze kennen en de schittering ervan moeten ze hebben geweten: dit is de ark. Zo zal het altijd gaan met het geloof.

De koeien worden als brandoffer geofferd. Ze zijn gebruikt om de ark weer in de handen van het volk te geven en worden nu aan God geofferd. De Levieten hebben, in beeld, vooral de Heer Jezus als brandoffer aan God aangeboden. Ze hebben ook slachtoffers gebracht. Een slachtoffer is een dank- of vredeoffer en is een beeld van gemeenschap. Deze gemeenschap mag door ons, christenen, bijzonder worden beleefd aan de tafel van de Heer bij het vieren van het avondmaal.

Het hout van de wagen wordt gekloofd (vgl. 1Kn 19:21). Ook de middelen die hebben gediend om de ark terug te brengen, worden gebruikt om God te eren. Nu dient het hout om de offers te verbranden, waardoor ze tot God opstijgen als een lieflijke reuk (Lv 1:7-9).

Copyright information for DutKingComments