1 Thessalonians 4:3

Heiligheid

De onderwerpen die Paulus in dit hoofdstuk naar voren brengt, sluiten aan op drie trefwoorden die aan het eind van het vorige hoofdstuk worden genoemd: heiligheid, liefde en de komst (1Th 3:12-13). In dit hoofdstuk spreekt Paulus in de 1Th 4:1-8 over heiligheid, in de 1Th 4:9-12 over liefde en in de 1Th 4:13-18 over de komst van de Heer Jezus.

In de 1Th 4:1-8 gaat het over heiligheid en dan met name met betrekking tot het huwelijk. Heiligheid staat in verbinding met de drie-enige God. Je leest in dit gedeelte over de Heer Jezus, over God en over de Heilige Geest. Zij zijn de bron om tot ware levensheiliging te komen. Heiliging is niet negatief, alsof het alleen maar gaat om dingen die je niet doet. Het gaat om wat aan God is toegewijd. Dat kan, sinds de zonde in de wereld is, niet anders dan door het af te zonderen van wat niet aan God is toegewijd.

1Th 4:1. Het gedeelte begint met “overigens”, wat aangeeft dat er nog iets aan de brief wordt toegevoegd. De hoofdelementen van het geloofsleven zijn naar voren gebracht, maar er zijn nog enkele dingen die ook nuttig zijn voor hun geloofsleven. Het betreft de gevaren die de Thessalonicenzen bedreigen als gevolg van hun vroegere gewoonten. De mensen die hen omringen, leven nog steeds op een wijze die volkomen in strijd is met de hemelse en heilige vreugde waarover Paulus gesproken heeft.

Zoals vaker spreekt Paulus hen aan met “broeders” om zijn verbinding met hen en hun verbinding onder elkaar nadruk te geven. Hij laat hun hierdoor duidelijk merken dat hij een van hen is. Dat schept het juiste klimaat voor wat hij wil “vragen en vermanen”. Om het hun nog gemakkelijker te maken gehoor te geven aan zijn vermaning wijst hij op de Heer Jezus. In Hem vindt zijn vermaning haar oorsprong en in Hem vinden zij de kracht om zijn vermaning ter harte te nemen.

In het woord ‘vragen’ klinkt vertrouwelijkheid door. Hij vraagt iets aan gelovigen van wie hij weet dat ze graag bereid zijn antwoord te geven. In het woord ‘vermanen’ komt iets van zijn vaderlijke gezag tot uiting. Voor zijn vragen en vermanen sluit hij aan op wat hij hun al eerder heeft bekendgemaakt over hun wandel en het behagen van God. Dat hebben ze niet slechts aangehoord, ze hebben het ook ontvangen.

“Wandelen” en “God behagen” horen bij elkaar. Zo lees je van Henoch dat hij “wandelde met God” (Gn 5:24) en Hem daardoor “behaagd had” (Hb 11:5). Hier zie je hoe sterk ‘wandelen’ en ‘God behagen’ bij elkaar horen. Hebreeën 11:5 is een aanhaling van Genesis 5:24, maar dan uit de Septuaginta, de Griekse vertaling van het Oude Testament. Daar wordt “wandelde met God” vertaald met “God behaagd had”.

De combinatie ‘wandelen’ en ‘God behagen’ zit bij de Thessalonicenzen wel goed. De bemoediging “zoals u ook wandelt”, is een toevoeging die de Thessalonicenzen bewaart voor ontmoediging die mogelijk door de vermaning kon ontstaan. Paulus wil voorkomen dat ze verdrietig worden door zijn opmerking die op hen kon overkomen alsof ze niets met zijn ernstige aanwijzingen hadden gedaan.

Toch is het mogelijk daarin toe te nemen en daartoe spoort Paulus hen aan. Er is namelijk niets zo gevaarlijk voor je christenleven als te denken dat het wel goed met je zit. Je wilt met en voor de Heer leven en je daarin laten leiden door Gods Woord en Gods Geest. Je kunt eerlijk zeggen dat je niet weet wat je nog als zonde moet belijden. Daar is niets mis mee. Behalve dat het je een gevoel van tevredenheid, van voldaanheid kan bezorgen. Zo’n gevoel kan zich sluipend van je meester maken, zonder dat je er erg in hebt.

Als je je leven vergelijkt met dat van de Heer Jezus, blijft er nog een enorme hoop toe te nemen. Je wilt toch niet beweren dat je volleerd bent in toewijding en afhankelijkheid? Ken jij geen situaties waarin je je volkomen onmachtig voelt? Het gaat om geestelijke groei, om groeien in heiligheid. Zolang je op aarde bent, gaat het proces van groeien door.

Dit groeiproces vindt alleen plaats als je Gods Woord als je dagelijks voedsel tot je neemt (Mt 4:4) en eraan gehoorzaamt. Je zult zelf steeds minder worden en de Heer Jezus zal steeds meer worden (Jh 3:30). Voed je je niet dagelijks met Gods Woord, dan zullen oude gewoonten weer voet aan de grond bij je krijgen. Daarvoor waarschuwt Paulus. Het is ook voor jou belangrijk die waarschuwing ter harte te nemen.

1Th 4:2. Paulus herinnert aan de bevelen die hij hun heeft gegeven. Het betreft maar niet een persoonlijke wens of een vriendelijk verzoek. Hij voldeed hiermee aan de wil van de Heer. De Heer Jezus is de autoriteit achter zijn vermaning. Hij wil dat de gelovigen in hun wandel God behagen. Om daaraan te voldoen moet elke verbinding die je in het leven aangaat, gebeuren in heiligheid en liefde. Je vindt dat hier toegespitst op heiligheid in het huwelijk en de broederliefde.

1Th 4:3. Als we het over heiliging hebben, hebben we het over de wil van God. Als je buigt voor Gods wil, Zijn wil als autoriteit in je leven erkent, zul je je onthouden van de hoererij. Hoererij is een brutale aanval op het huwelijk. Hoererij – in het Grieks porneia, waarvan het ons bekende woord ‘porno’ is afgeleid – is ongeoorloofde seksuele omgang, zowel vóór als buiten het huwelijk. Hoererij in het huwelijk wordt ook overspel genoemd.

In de tijd van Paulus had geslachtelijke onreinheid een zodanig vaste plaats in het Griekse en Romeinse leven, dat het klaarblijkelijk door niemand als een afschuwelijke zonde tegen God en de medemens werd gezien. Het was een onderdeel van hun rituele godsdienst. Hoererij wordt op heel wat plaatsen in de Bijbel veroordeeld. Wie zich daaraan niet stoort, zal door God geoordeeld worden (Hb 13:4).

Dat het niet meer als een afschuwelijke zonde wordt gezien, geldt ook voor het eens christelijke Westen. Of je nu getrouwd bent of niet, je leeft in een maatschappij waarin het huwelijk ongelooflijk onderuit wordt gehaald. Het bevindt zich niet meer op een hellend vlak, maar het wordt van de steilte in de afgrond gegooid. De seksuele moraal holt gillend achteruit. In bijna elke film komen prikkelende scènes voor. Reclameboodschappen zijn ermee doorspekt. En de vloedgolven aan smerigheid die via internet worden aangeboden, kennen geen einde, niet aan hoeveelheid en niet aan gruwelijke inhoud.

In het licht van de ontwikkelingen in ons land wint dit woord aan de Thessalonicenzen voor ons enorm aan actualiteit. Het is beslist geen overbodige luxe dit woord over heiligheid van het huwelijk opnieuw hoog op de agenda van de christelijke levensnormen te plaatsen.

De Thessalonicenzen zijn uit dit leefpatroon bevrijd, maar worden omgeven door mensen die nog steeds dat leefpatroon erop nahouden. De kans om in een oud patroon terug te vallen blijft altijd aanwezig. Om dat te voorkomen moeten er stevige maatregelen worden genomen. Er wordt gezegd dat ze zich moeten onthouden van hoererij. Dat is hun verantwoordelijkheid en dat geldt ook voor jou.

Er wordt een beroep gedaan op je zelfbeheersing. Voel je de neiging opkomen om seksboekjes te lezen of ‘het net’ op te gaan en pornosites op te zoeken? Geef er niet aan toe en vul je denken onmiddellijk met iets van de Heer Jezus. Citeer teksten uit Gods Woord. Het maakt niet uit welke. Zorg ervoor dat je er een aantal in voorraad hebt. Denk eraan dat je onderworpen bent aan de bevelen die hier “door de Heer Jezus” worden gegeven. God wil jouw heiliging. Hij wil jou voor Zichzelf.

Als je al te ver bent gegaan en erin verstrikt bent geraakt, zoek dan hulp. Wacht er niet langer mee. Kom ermee voor de dag. Ga naar iemand die jouw vertrouwen heeft en spreek je uit. Belijd samen met je vertrouwenspersoon je zonden en maak afspraken die je helpen van deze verslaving af te komen. Ga vooral Gods Woord lezen, want de waarheid maakt vrij (Jh 8:32).

Lees nog eens 1 Thessalonicenzen 4:1-3.

Verwerking: Lees de volgende gedeelten en neem ze op in je hart, zodat je ze als verdediging van je heiliging kunt inzetten: Mt 5:3-9; 1Ko 6:13-20.

Copyright information for DutKingComments