2 Chronicles 15:12

Het verbond

Nadat het volk offers aan de HEERE heeft gebracht, geven ze ook zichzelf aan Hem. Dat doen ze door een verbond aan te gaan (2Kr 15:12). Mogelijk zijn ze op die gedachte gekomen tijdens het feest in de derde maand (2Kr 15:10-11), want de wetgeving bij de Sinaï vindt ook plaats in de derde maand (Ex 19:1). Na de vernieuwing van het altaar vindt er nu ook nog een verbondsvernieuwing plaats.

Dat het volk het verbond van de Sinaï niet heeft kunnen nakomen, staat hier niet op de voorgrond. Het gaat om hun gezindheid. Die is prachtig en waard om na te volgen. Ze zijn werkelijk van plan de HEERE, de God van hun vaderen, te zoeken met heel hun hart en met heel hun ziel. Ze gaan zelfs zo ver, dat ze allen die de HEERE, de God van Israël niet zoeken, zullen doden, ongeacht leeftijd en geslacht (2Kr 15:13).

Ze leggen een eed af voor de HEERE (2Kr 15:14). Dat doen ze niet mompelend, alsof het schoorvoetend en aarzelend gebeurt, maar “met luide stem, met gejuich, met trompetten en met bazuinen”. Het is niet alleen een kwestie van hun stem, maar ook van hun hart en gevoelens (2Kr 15:15). Hun afspraak veroorzaakt grote vreugde in hun hart. Als God beslag kan leggen op ons hart, als wij Hem ons hart geven, hebben wij vreugde. Het resultaat is dat Hij gevonden wordt, en als Hij gevonden wordt, komt er rust en vrede.

Copyright information for DutKingComments