2 Chronicles 17:14-16

De strijdbare mannen van Josafat

In de laatste verzen van het hoofdstuk worden het karakter en de bekwaamheden van vijf legerbevelhebbers beschreven. Ze worden eerst “opzichters” genoemd. Een opzichter heeft overzicht over het geheel. Hij kent het terrein dat hem is toevertrouwd om daarover toezicht te houden. Daarom is hij in staat om als bevelhebber zijn “strijdbare helden” op te stellen waar dat nodig is. De bevelhebbers zijn soldaten die zijn uitgegroeid tot leiders.

Opzichters kunnen we vergelijken met wat wij kennen als opzieners. Opzieners hebben de verantwoordelijkheid erop toe te zien dat de leden van de gemeente, Gods volk nu, zich gedragen in overeenstemming met de wil van God. Zij staan niet boven het volk van God, maar staan er midden in en maken er deel van uit (Hd 20:28).

Er zijn meerdere bevelhebbers. Hun samenwerking is belangrijk. Ze staan schouder aan schouder in de strijd. We lezen steeds over “naast hem” (2Kr 17:15; 16; 18). Van allen geldt dat zij “in dienst van de koning” zijn (2Kr 17:19). De koning is de opperbevelhebber. De samenwerking van de bevelhebbers zal goed verlopen als ieder van hen de aanwijzingen van de opperbevelhebber volgt. De genoemde bevelhebbers en hun manschappen zijn niet de enigen die in dienst van de koning staan. Josafat heeft ook nog manschappen geplaatst in de versterkte steden in heel Juda. Zijn macht is groot!

De kroniekschrijver vermeldt van een van de bevelhebbers, Amasia, iets speciaals (2Kr 17:16). Amasia is iemand “die zich vrijwillig aan de HEERE gegeven had”. Het lijkt een extra, een dieper gelegen motief aan te geven. De anderen doen hun werk ook goed, maar bij hem komt sterk naar voren dat hij het vrijwillig doet en voor de HEERE. We kunnen het wel zo zeggen, dat hij zich eerst aan de Heer heeft gegeven en daarna aan Gods volk (2Ko 8:5b; Rm 12:1).

Copyright information for DutKingComments