2 Chronicles 2:17

Salomo verdeelt de functies

Deze verzen zijn een nadere toelichting op wat de kroniekschrijver al eerder heeft opgemerkt (2Kr 2:2). We lezen hier dat Salomo voor het te verrichten werk “alle mannelijke vreemdelingen” in Israël telt. David heeft al eerder vreemdelingen verzameld om te helpen bij de bouw van de tempel (1Kr 22:2). Hoeveel dat er zijn, wordt niet vermeld. Salomo telt een totaal aantal van “honderddrieënvijftigduizend zeshonderd”. Daaruit stelt hij drie groepen werkers samen: “Zeventigduizend lastdragers, tachtigduizend [steen]houwers … en zesendertighonderd opzichters.”

De houwers moeten “in het bergland” de stenen uithouwen. Dat zullen grote stenen zijn geweest, volgens onderzoekingen tot wel acht meter lang. Deze stenen moeten niet alleen worden uitgehouwen, maar ook pasklaar worden gemaakt omdat ze bij de bouw eenvoudig op en naast elkaar worden gelegd.

De Heer Jezus telt Zijn werkers ook. Hij heeft Zijn twaalf dienaren die Hij uitzendt (Lk 9:1). Daarna stelt Hij nog zeventig anderen aan die Hij uitzendt (Lk 10:1). Net als de vreemdelingen die Salomo aan het werk zet, zijn ook vandaag al de werkers van de Heer “vreemdelingen” (1Pt 1:1; 1Pt 2:11; Hb 11:13), die een hemelse dienst in een vreemd land verrichten. Die dienst wordt verricht door leraren (lastdragers), evangelisten (houwers) en herders ofwel opzieners of oudsten (opzichters). De laatste categorie moet, net als in de dagen van Salomo, het volk van God helpen bij het dienen van Hem in hun dagelijkse leven.

Copyright information for DutKingComments