2 Chronicles 24:14

Het herstel van de tempel

De koning en Jojada – hier zien we weer het nauwe verband tussen koning en priester – stellen het geld ter beschikking aan hen die het herstelwerk verrichten (2Kr 24:12). Het geld wordt gebruikt om arbeidskrachten te huren. Steenhouwers, ambachtslieden, smeden en kopergieters zijn nodig voor het herstelwerk. Ze werken nauw samen, terwijl ieder doet waarin zijn capaciteiten liggen.

De Heer Jezus is als de Koning-Priester bezig ons de middelen te geven om aan Zijn huis te bouwen. De verschillende arbeiders die het herstelwerk verrichten, wijzen op de verschillende taken die gelovigen hebben bij de bouw van Gods huis. Steenhouwers kunnen we zien als een beeld van evangelisten. Zij brengen levende stenen in Gods huis. Ambachtslieden of timmerlieden werken met hout. Zij brengen structuur aan in Gods huis. In hen kunnen we een beeld zien van leraren. De smeden doen denken aan herders. Zij zorgen ervoor dat de gelovigen goed aaneengesloten blijven. De kopergieters zijn bezig met koper. Koper is een beeld van Gods gerechtigheid. Kopergieters kunnen we zien als een beeld van gelovigen die anderen helpen om in overeenstemming met Gods gerechtigheid te leven.

Al deze werkers gaan aan het werk met wat hun door de koning en Jojada is gegeven (2Kr 24:13). Het is mooi om te lezen dat het herstelwerk onder hun hand vordert. Het doel is om het huis van God in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. Om zo te kunnen werken moeten de werkers wel weten wat de oorspronkelijke staat is. Het terugbrengen van Gods huis in zijn oorspronkelijke staat betekent ook dat het huis wordt versterkt.

Dat geldt ook voor alle werk dat voor de gemeente gebeurt. De blauwdruk van de gemeente, en de plaatselijke uiting daarvan, staat in het Woord van God. We moeten Gods Woord raadplegen als we aan de bouw van Gods huis werken. Werken aan Gods huis betekent voor ons dat wij aan medegelovigen laten zien wat hun positie in Christus is (Ko 1:28-29) en dat ze vast verbonden zijn aan Hem (2Ko 1:21; Ko 2:6-7).

Na het herstelwerk aan de tempel blijkt er geld over te zijn (2Kr 24:14). Dat geld wordt bij de koning en Jojada gebracht. Joas maakt er, waarschijnlijk op advies van Jojada, allerlei gereedschap van dat kan worden gebruikt voor de dienst in de tempel. Het resultaat is dat er zolang Jojada leeft “voortdurend brandoffers in het huis van de HEERE” worden gebracht. Hier vinden we het grote doel van het herstel van Gods huis: het brengen van brandoffers.

Het herstel van Gods huis met als resultaat het brengen van brandoffers stelt voor ons voor dat de dienst van aanbidding in de gemeente weer centraal staat. Dat is niet de geprogrammeerde aanbidding met zang en muziek onder leiding van een aanbiddingsleider, maar aanbidding geleid door de Heilige Geest. De Heilige Geest wil het hart van elk lid van de gemeente richten op de Heer Jezus Die het ware brandoffer voor God is. Het brandoffer is het offer dat in zijn geheel voor God is (Lv 1:9; 13). God verlangt ernaar dat de gelovigen als gemeente met brandoffers komen. Jojada is een beeld van de Heer Jezus Die de “grote Priester over het huis van God” is (Hb 10:21). Door Hem mogen wij tot God in het heiligdom naderen om onze offers te brengen (Hb 10:19-22).

Copyright information for DutKingComments