2 Chronicles 25:18

Amazia door Joas verslagen

In plaats van de Goddelijke raad van Gods profeet op te volgen gaat Amazia naar anderen om raad (2Kr 25:17). Met wie hij overleg pleegt, wordt niet vermeld. Het gaat ook niet om die anderen, maar om de houding van Amazia. Omdat hij God vaarwel heeft gezegd, is hij bezig met het bewerken van het verderf dat hem is aangezegd.

Het overleg dat hij pleegt, gaat over een oorlog die hij van plan is met Joas, de koning van Israël te voeren. Een aanleiding voor die oorlog kan de rooftocht in Juda zijn door de huursoldaten uit het noordelijke rijk (2Kr 25:13). Tevens zien we dat zijn overwinning over Edom hem overmoedig heeft gemaakt, zoals Joas opmerkt (2Kr 25:19). Het resultaat van het overleg is dat Amazia boden naar de koning van Israël stuurt om hem uit te dagen met elkaar de strijd aan te gaan.

Het antwoord van Joas komt in de vorm van een fabel (2Kr 25:18). De distel, goed om in het vuur te werpen, dat is Amazia. De ceder, machtig en goed voor de bouw, dat is Joas. De dieren op het veld die op de Libanon zijn, is het leger van Joas. Achteloos wordt de distel vertrapt. Joas laat Amazia weten waarom die de strijd zoekt. Hij wijst hem op zijn overwinning op Edom en dat hij daardoor overmoedig is geworden en denkt dat hij ook wel even van Israël kan winnen.

Joas is zelf niet beter dan Amazia. We zien dat goddeloze mensen goed de motieven van andere goddeloze mensen kunnen doorzien. Dat komt omdat zij door precies dezelfde motieven worden gedreven. Joas is net zo hoogmoedig als Amazia. Hij voorspelt onheil voor Amazia en adviseert hem thuis te blijven (2Kr 25:19). Joas is net zo zeker van de overwinning als Amazia. Beide mannen spreken hoogmoedige taal; bij beiden ontbreekt de afhankelijkheid van de HEERE volledig.

Amazia heeft niet naar de profeet geluisterd en hij luistert al helemaal niet naar de waarschuwing van Joas (2Kr 25:20). God heeft hier Zijn hand in, want Hij gaat Joas gebruiken om Amazia te straffen voor het zoeken van de goden van Edom. Als blijkt dat Amazia niet wil luisteren, trekt Joas op (2Kr 25:21). Ze ontmoeten elkaar in Beth-Semes, waar zij met elkaar de strijd aanbinden. Amazia lijdt de nederlaag en de soldaten slaan op de vlucht, ieder naar zijn tent (2Kr 25:22). Joas neemt Amazia gevangen en brengt hem in Jeruzalem. Wat zal het een vernedering voor Amazia zijn geweest als gevangene daar te worden binnengebracht.

Er volgen nog meer vernederingen. Er wordt een groot deel van de muur van Jeruzalem, “van de Efraïmpoort tot aan de Hoekpoort, vierhonderd el [lang]” (2Kr 25:23), dat is aan de noordelijke en noordwestelijke kant van de muur, afgebroken. Veel van de schatten van het huis van God, die aan de zorg van Obed-Edom zijn toevertrouwd, worden geroofd (2Kr 25:24). Tevens neemt Joas gijzelaars mee, om te garanderen dat Amazia zich rustig houdt. Daarna keert hij terug naar Samaria. De strafexpeditie is afgelopen.

We zien in deze geschiedenis hoeveel er verloren gaat als we door overwinningen die de Heer heeft gegeven, hoogmoedig worden en gaan strijden voor eigen eer. Als we dan ook nog doof zijn voor waarschuwingen die de Heer geeft, is de ramp compleet. We lijden dan op alle terreinen verlies. Ons aanzien is geschaad en daarmee de Naam van de Heer Die we belijden te kennen en te dienen.

We raken ook geestelijke zegeningen kwijt die in het huis van God voor ons opgeslagen zijn en die we daar kunnen genieten. Het is zelfs zo, dat we als ‘gijzelaars’ worden vastgehouden door de vijand die macht over ons heeft gekregen. Dat wil zeggen dat we onze ware geestelijke vrijheid kwijt zijn. Wat een verlies, voor onszelf, maar bovenal voor de Heer, Die uit ons leven niet de eer krijgt die Hij zo waard is!

Copyright information for DutKingComments