2 Kings 23:22

Josia viert het Pascha

Op bevel van koning Josia wordt het Pascha gevierd. Dat het bevel om het Pascha te vieren door een koning wordt gegeven, is uniek. Het Pascha wordt hier gevierd tijdens een opwekking. Het is vaker gevierd (Ex 12:3-11; Nm 9:5; Jz 5:10; 2Kr 30:1; 15; 18-20; 26), maar ook vaak niet. Het Pascha stelt het avondmaal van de Heer voor. We kunnen dat opmaken uit het feit dat de Heer Jezus tijdens de viering van het Pascha het avondmaal instelt (Lk 22:7-8; 13-20). Het avondmaal is ook vaak gevierd, maar ook tijden niet. Het is er geweest vanaf het begin.

Josia viert het Pascha omdat hij het in de Schrift heeft gevonden en nadat hij stad en land heeft gereinigd van de afgoden en hun priesters. Zo kan de (plaatselijke) gemeente ook alleen avondmaal vieren als de gelovigen het in Gods Woord hebben ontdekt en uit hun leven hebben verwijderd wat tegen Gods Woord ingaat (1Ko 5:7-8).

Na de dagen van de richters lezen we alleen van een viering van het Pascha door Hizkia (2Kr 30:1). Het Pascha dat Josia viert, overtreft ook het Pascha dat Hizkia vierde, want er staat: “Zoals dit Pascha was er geen gehouden, vanaf de dagen van de richters, die aan Israël leiding gegeven hadden, en [ook] niet [in] al de dagen van de koningen van Israël of van de koningen van Juda” (2Kn 23:22). We zien hier dat hoe groter het verval is, hoe groter ook de waardering van de HEERE is als Zijn instelling van het Pascha wordt gehouden. Voor de viering ervan bedenkt Josia geen nieuwe dingen om het aantrekkelijk te maken, maar hij beveelt het te houden “zoals in dit boek van het verbond beschreven staat”. Josia houdt het omdat het in Gods Woord staat en hij houdt het zoals het in Gods Woord staat.

Het is een uniek Pascha, want het is het beste feest dat ooit in het land is geweest, beter dan in de tijden van David en Salomo en Hizkia. Het is zo groot, omdat het gehouden wordt aan het einde van het bestaan van het rijk Juda, dat op het punt staat weggevoerd te worden.

Ook wij leven in een eindtijd en ook nu is het mogelijk het avondmaal te vieren op een wijze zoals het sinds lange tijd niet is gevierd. Dat kan nu gebeuren. De vraag is of wij erbij zijn. God heeft voor de eindtijd een maaltijd, Zijn avondmaal bereid naar Zijn gedachten, om daaraan deel te nemen zoals Hij het wil. Daaraan kan worden deelgenomen door alle gelovigen die met gereinigde, gewillige harten samenkomen. Als dat gebeurt, zonder sektarisch te zijn – Josia spreekt tot “het hele volk”! –, mogen ook wij weten dat, hoe groot het verval ook is, de waardering van de Heer Jezus ook groot is als Zijn instelling van het avondmaal wordt gehouden.

Copyright information for DutKingComments