2 Kings 24:18-20

Zedekia koning van Juda

Nebukadnezar maakt Mattanja, een zoon van Josia, koning in de plaats van de door hem naar Babel weggevoerde Jojachin. Hij geeft Mattanja een andere naam en noemt hem Zedekia. Zedekia betekent ‘mijn gerechtigheid is Jahweh’. Hij heeft wat zijn handelingen betreft, in volkomen strijd met die naam gehandeld, want hij heeft de ongerechtigheid van Jeruzalem tot een hoogtepunt gebracht. Wat de gerechtigheid van Jahweh betreft, zien we dat Hij met Zedekia handelt in overeenstemming met die naam. Het oordeel dat Zedekia over Israël brengt, is een uiting van de gerechtigheid van de HEERE.

Hoewel hij zich had kunnen laten waarschuwen door wat er met zijn drie voorgangers is gebeurd, is hij in navolging van Jojakim doorgegaan met te doen wat slecht is in de ogen van de HEERE. Zedekia is een zwakkeling. Hij laat zijn oren hangen naar wat hem redelijk lijkt (vgl. Jr 38:4-6). Naar waarschuwingen van de HEERE door zijn profeten luistert hij niet. Er is bij hem geen geloof.

In zijn domheid komt hij in opstand tegen de koning van Babel en breekt daarmee de eed die hij heeft gezworen. Daarom zal hij omkomen (Ez 17:15). Hij neemt zijn toevlucht tot Egypte om het juk van Babel van zich af te werpen. Alsof hij dan geen knecht van Egypte zou worden. Hij kent de geschiedenis niet, hij is er blind voor. Zo dom is de mens zonder God.

Copyright information for DutKingComments