2 Samuel 1:18

Klaaglied van David als leerlied

David uit zijn verdriet over de dood van Saul en Jonathan in een klaaglied. Saul is zijn bitterste vijand geweest en Jonathan zijn dierbaarste vriend, maar in dit lied van droefheid verbindt hij hen met elkaar. Door zijn verdriet in een lied tot uiting te brengen zal het bij hen die het horen ook gevoelens van verdriet opwekken. De val van de helden komt door een lied veel dichterbij dan wanneer het als feit wordt vermeld.

De emotie kan in een lied beter worden geuit dan in een vertelling en zal daardoor ook een krachtiger uitwerking op de hoorder hebben. Dat het lied is opgeschreven in een boek, maakt de uitwerking ook duurzamer. De komende geslachten, “de nakomelingen van Juda”, kunnen hierdoor delen in de gevoelens van toen.

De nakomelingen van Juda zijn de kinderen van zijn stam. David heeft in de eerste plaats hen op het oog. We moeten niet alleen dingen weten, maar er ook over kunnen zingen. Niet alleen blijde liederen, maar ook liederen die het karakter van klaagliederen hebben. Beide soorten liederen vinden we terug in de psalmen die David heeft geschreven.

Het is een lied over de boog. De Judeeërs moeten dit lied leren. Mozes heeft het volk ook een lied geleerd (Dt 31:19; 22; 30). In een lied is onderwijs aanwezig: “Terwijl u in alle wijsheid elkaar leert en terechtwijst met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen” (Ko 3:16). Dit lied “is geschreven in het Boek van de Oprechte”. In dat boek is ook geschreven dat Jozua de zon en de maan heeft laten stilstaan (Jz 10:13). Hierdoor worden de treurzang van David en de overwinning van Jozua aan elkaar verbonden.

Er is echter een onderscheid. Wat Jozua heeft gedaan, lijkt groter. Toch is het betoon van genade groter dan het betoon van macht. In het verdriet van David zien we meer van Gods Wezen dan in het laten stilstaan van de zon en de maan. In het verdriet van David zien we Gods hart; in het laten stilstaan van zon en maan zien we Gods macht.

Dat het lied geschreven is in een boek, betekent in de eerste plaats dat het lied bewaard moet blijven voor de komende geslachten die het steeds weer moeten leren. Een boek heeft blijvende waarde. Dat dit boek “het Boek van de Oprechte” wordt genoemd, veronderstelt dat het in overeenstemming is met de gerechtigheid van God. Het is een boek dat behoort aan ‘de Oprechte’, dat is God. Het kan ook betekenen dat het een boek is waarin alleen ware verhalen zijn opgenomen. Die verhalen zullen een grote morele waarde hebben gehad. Is de Bijbel niet bij uitstek “het Boek van de Oprechte”? Daarom krijgt dit lied ook een plaats in de Bijbel.

Het lied wordt “[het Lied van] de boog” genoemd. Saul was bang geworden voor de boogschutters (1Sm 31:3). David neemt deze gedachte op en leert het gebruik van de boog aan de nakomelingen van Juda – Juda betekent ‘lofprijzing’ –, zodat zij er niet bang voor zullen zijn. Ook Jozef is belaagd door boogschutters, “maar zijn boog bleef gespannen; zijn armen en handen bleven soepel door de handen van de Machtige van Jakob” (Gn 49:23-24).

Het lied van de boog leert ons hoe we ons kunnen hoeden voor de pijlen van de boogschutters en hoe we zelf de boog kunnen hanteren. Als het gaat om de boog in de handen van de vijand, mogen we weten dat de boog wel in de handen van de vijand kan zijn, maar dat de pijl wordt bestuurd door onze God.

In de tijd dat David in Ziklag is, zijn er mannen “die in die strijd hielpen, gewapend met de bogen. … en om pijlen [te schieten] met de boog” (1Kr 12:1-2). Deze mannen, die de boog goed kunnen hanteren, zijn naar David gevlucht en hebben zijn kant gekozen. Wie prooi wordt van de boog, moet verliezen. Wie de boog kwijt is, moet verliezen. Saul had geen boog meer. Bij Jozef bleef de boog vast, ook toen hij erdoor werd aangevallen. Wie de boog kan hanteren, heeft kracht om te strijden.

Copyright information for DutKingComments