2 Samuel 17:8

De raad van Husai

Ondanks het feit dat de raad van Achitofel goed is “in de ogen van Absalom en in de ogen van alle oudsten van Israël” (2Sm 17:4), wil Absalom zich niet aan één bepaalde raad binden en wil ook Husai horen. Dit kan alleen van de HEERE zijn. Husai neemt de hem geboden kans waar. Tactisch begint hij ermee te zeggen dat de raad die Achitofel heeft gegeven, “ditmaal niet goed is”. Om dit te kunnen zeggen zal hij veel overtuigingskracht nodig hebben. Dat heeft hij ook. Die overtuigingskracht zit hem in de kennis die hij van David heeft omdat David zijn vriend is. Dat weet Absalom goed. Hij meent dat hij nu van die kennis kan profiteren voor het plan dat moet worden gemaakt om zijn vader uit te schakelen.

Het is dan ook mogelijk dat Absalom de raad van Husai wil horen omdat deze als vriend van David nog beter op de hoogte is van diens plannen en werkwijze dan Achitofel. Als zoon van David kent Absalom wel de zwakke plekken van David als vader, maar hij kent hem niet als krijgsman. Met grote kennis van Davids werkwijze en moed toont Husai aan dat zijn voorstel beter is. Husai spreekt vol overtuiging en met grote voorzichtigheid. Hij vleit ook het inzicht van Absalom. Hij spreekt over het leiderschap van David, zijn inspirerende voorbeeld en de held die hij is voor het volk dat bij hem is.

Husai raadt aan het hele volk te laten verzamelen. De achtergrond van deze raad is dat daardoor tijd gewonnen wordt en David kan worden gewaarschuwd. Hij benadrukt dat alleen door een geweldige overmacht David en zijn mannen te verslaan zijn op een manier dat er niet één overblijft. In poëtische taal schildert Husai Absalom voor ogen hoe het zal gaan als David zich in een stad terugtrekt, in de mening dat hij daar veilig is. Vanwege de enorme overmacht zal de hele stad steentje na steentje worden afgebroken, zodat er van de bescherming voor David niets meer overblijft.

Copyright information for DutKingComments